Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
11 mei 2021
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteur van de Belastingdienst(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Hof: HvJ 4 oktober 2018, N. Kantarev, C571/16, ECLI:EU:C:2018:807), kan niet als algemene regel worden afgeleid dat de toegang tot de nationale rechter alleen dan wordt gewaarborgd indien niet meer dan 4 procent van de in geding zijnde vordering aan griffierechten wordt geheven. Evenmin volgt uit dat arrest dat altijd een vermindering of ontheffing van griffierecht moet worden verleend wanneer het (financiële) belang van de zaak gering is. Of het griffierecht de uitoefening van de door de rechtsorde van de Unie aan particulieren toegekende rechten praktisch onmogelijk of uiterst moeilijk maakt en daarom in strijd is met het Unierechtelijke beginsel van doeltreffendheid, is afhankelijk van het antwoord op de vraag of de hoogte van het verschuldigde recht al dan niet een onoverkomelijk obstakel voor de toegang tot de rechter vormt en of er ontheffingsmogelijkheden bestaan (vgl. punten 134 en 135 van het arrest Kantarev).
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).