Uitspraak
in eerste aanleg:verzoeker, tevens verweerder in het voorwaardelijk tegenverzoek,
QiZiNi Losser B.V.,
in eerste aanleg: verweerster, tevens verzoekster in het voorwaardelijk tegenverzoek,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.2. Het geding in hoger beroep
- de op 20 januari 2021 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd. Bij die gelegenheid heeft Qizini met toestemming van [verzoeker] productie 23 in het geding gebracht.
3.3. De feiten
“
Dit de laatste waarschuwing! Wij gaan er vanuit dat werknemer binnen onze organisatie geldende regels en procedures nakomt en dat werknemer dergelijk gedrag niet meer vertoont. Mocht werknemer wederom in strijd handelen met onze regels en procedures, dan heeft dit consequenties voor de voortzetting van het dienstverband, daarbij is ontslag niet uitgesloten.”
Gisteren, 5 februari 2020, hebben wij u geschorst. Vandaag hebben wij u naar aanleiding
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
7. Testen akkoord?
In het tweede protocol (Procedure Metaaldetectie W-00069, door Qizini overgelegd als productie 12 in hoger beroep) is naast een omschrijving van het doel van de metaaldetectietesten een Beschrijving opgenomen. Op de tweede pagina wordt uitgelegd hoe de test moet plaatsvinden. Onder het kopje ‘Handelingen bij falen detectie teststaven’ wordt onder meer vermeld:
Als een van de staafjes niet gedetecteerd wordt, functioneert de metaaldetector niet naar behoren en worden de volgende stappen ondernomen:
“DeTeamleider inpakis verantwoordelijk voor het volgens de werkinstructie beschreven manier testen van de metaaldetector met teststaven.Pas na een juiste test, mag de productie worden aangevangen.”(onderstreping hof). Dit brengt naar het oordeel van het hof een evidente verantwoordelijkheid van [verzoeker] als (waarnemend) teamleider met zich. Op hem rustte daarmee de verantwoordelijkheid om met de veiligheidsprocedure en zijn bevoegdheden op een prudente wijze om te gaan. Deze veiligheidsprocedure, zoals Qizini ter zitting nog eens heeft onderstreept, is immers het meest essentiele onderdeel van alles wat intern zou kunnen misgaan, in het jargon daarom (als enige) aangeduid met CCP (Critical Control Point).
het volgen van de juiste stappen” (Document P8.0.3 Procedure Metaaldetectie, sub 7, productie 4 verweerschrift eerste aanleg). Nu evenwel [verzoeker] in deze als (waarnemend) teamleider optrad, rustte op hem de eindverantwoordelijkheid en kan de vraag welke verantwoordelijkheid [verzoeker] had als [functie] in het midden blijven. Daarmee is de vraag of hij in de hoedanigheid van teamleider de juiste stappen heeft gezet.
Omdat het gebeurde bij gebrek aan getuigen niet kon worden vastgesteld, is daar verder niets mee gebeurd (…)” (verweerschrift sub 26). Bij deze stand van zaken moet het hof er dus uitgaan van dat dit gestelde incident niet heeft geleid tot een waarschuwing. Daarmee is niet sprake van drie, maar van twee eerdere waarschuwingen aan [verzoeker] , hetgeen volgens het voormelde eigen beleid van Qizini nog niet zou leiden tot een ontslag op staande voet. Voor zover beoogd is de waarschuwing uit 2012 als de vierde waarschuwing in dit verband te beschouwen, overweegt het hof dat deze niet alleen betrekkelijk oud is, maar van meer betekenis is dat deze waarschuwing niet als zodanig aan dit ontslag ten grondslag is gelegd. Qizini heeft de waarschuwing uit 2012 ook op zitting van het hof niet ten grondslag gelegd aan haar stelling dat na 3 waarschuwingen ontslag op staande voet volgt bij een volgend incident.
New Hairstyleeen aantal (niet-limitatieve) gezichtspunten geformuleerd voor de begroting van de billijke vergoeding in het geval van een vernietigbare opzegging. HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187). Dezelfde gezichtspunten moeten ook worden toegepast bij het begroten van de billijke vergoeding in zowel ontbindingsprocedures als wanneer het hof op de voet van art. 7:683 lid 3 BW afziet van herstel en in plaats daarvan een billijke vergoeding toekent (HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:878,
JAR2018/167 en ECLI:NL:HR:2018:857,
JAR2018/168).