Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, beslissing in eerste aanleg, de grieven en de wijziging van eis
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“ [erflater] Regeling”op de facturen van 9 november 2013 voor de beide MultiCycle Extremes (producties 19 en 20 bij memorie van grieven), van 13 december 2014 voor de beide Flyers (producties 6 en 7 bij conclusie van antwoord) en zoals samengevat in een lijst van voorraadbeheer (productie 12 bij memorie van grieven); volgens deze lijst geldt de
“ [erflater] Regeling”ook voor de tweede Flyer en voor een op 19 december 2014 voor € 1.499 gefactureerde stadsfiets. Daartegenover voert [geïntimeerde] aan dat hij steeds contant heeft betaald. Tot bewijs daarvan beroept hij zich op getypte kwijtingen
“voldaan”op een factuur van 4 april 2014 voor de beide MultiCycle Extremes (productie 2 bij inleidende dagvaarding) en op een factuur van 25 oktober 2014 voor beide Flyers (productie 12 bij conclusie van repliek), zoals hij deze facturen ook ter griffie heeft gedeponeerd. Maar volgens [appellante] zijn dat valse nota’s. [geïntimeerde] voert aan dat hij in december 2014 nog een stadsfiets heeft gekocht (met korting) voor per saldo € 350, welk bedrag hij op 19 december 2014, ook contant, zou hebben betaald aan [erflater] in het ziekenhuis.
-dat [erflater] en [geïntimeerde] zijn overeengekomen dat zij hun zaken zouden afwikkelen met gesloten beurzen en
5.De slotsom
6.De beslissing
roldatum 13 april 2021, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;