Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
“De kern van het coaching traject is dat de deelnemer inzicht krijgt in zijn talenten en drijfveren om er vervolgens voor te zorgen dat deze talenten effectief en met zelfvertrouwen worden ingezet.
- Een aantoonbaar betere positionering als gewaardeerde en helderheid gevende leider naar het eigen team;
- Het herstellen van de reputatie;
- Het met trots medewerkers bij de arm nemen en tot grote hoogte opstuwen;
- Het hervinden van plezier in het werk;”
“(…) door u op non-actief te stellen, aansluitend op de time out (…) wordt voorkomen dat de onhoudbare situatie die aanleiding was voor de time out gelijk in alle hevigheid terugkeert in plaats van een positieve bijdrage levert aan een veilig en normaal teamklimaat. De oorzaak van de escalatie van 25 april jl. en het niet (verder) kunnen verbeteren van het teamklimaat zijn gelegen in uw persoon c.q. uw gedrag en handelwijze.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van het hoger beroep
‘jouw stijl van leidinggeven dient effectief en efficiënt te zijn’,
‘je moet kunnen switchen tussen leiderschapsstijlen’en
‘de basisstijl van leidinggeven is coachend- en verbindend leiderschap: (…) weghalen van gevoelens van spanning en angst bij teamleden (angst voor consequenties)’ (…) feedback geven en kunnen ontvangen’. Op geen enkel punt worden hierbij concrete voorbeelden genoemd, wordt de gewenste verbetering concreet vertaald naar de praktijk en worden deze algemeenheden concreet betrokken op het gedrag van [de werknemer] , terwijl dit nu juist essentieel is omdat – zo begrijpt het hof uit het verslag van 28 januari 2019 – (ook) sprake is van (een wisselwerking met) een teamdynamiek waarin ieder teamlid zijn aandeel heeft.
“een (veelal) structurele situatie van tekortschietende beroepscompetenties of onverantwoorde zorgverlening, waardoor patiënten worden geschaad of het risico lopen te worden geschaad en waarbij de beroepsbeoefenaar niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen.”De in rapport Leeuwendaal beschreven bevindingen voldoen aan de voorwaarde om een melding in het kader van deze regeling te kunnen doen. Onder meer wordt daarin in het kader van de analyse van de samenwerking beschreven dat het risico bestaat dat een onjuiste afweging tussen patiënten belang en eigen belang wordt gemaakt (p. 20 van het rapport).