Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
slechtseen bedrag van € 668,12 verschuldigd is
en zij voor het overige aan haar verplichtingen ten aanzien van de overeenkomst heeft voldaan. De grief faalt. De kantonrechter heeft uit de toelichting van Dexia op haar eiswijziging (onder punt 3 van de akte vermindering van eis) kunnen en mogen afleiden dat Dexia bedoeld heeft niet meer dan dat bedrag verschuldigd te zijn. De toevoeging van het woord
slechts– meer woorden zijn niet toegevoegd – brengt dit tot uitdrukking. De toevoeging in het dictum dat de wettelijke rente in gaat vanaf het moment dat Dexia in verzuim is, is op de wet gegrond en evenmin ontoelaatbaar.
- advisering door Vero (grief onder 18 e.v., hierna: grief 2);
nietin
eigennaam, maar
in naam van Dexia, met het doel om tussen Dexia als aanbieder en de potentiële afnemer een effectenleaseovereenkomst te sluiten. Nu de activiteiten van Vero zijn verricht voor rekening en onder verantwoordelijkheid van Dexia, moeten deze activiteiten als activiteiten van Dexia worden aangemerkt en kan niet worden aangenomen dat Vero cliënten bij Dexia heeft aangebracht en dat zij daarvoor een vergunning dan wel vrijstelling nodig had. Het beroep van [appellante] op de hiervoor genoemde rechtspraak stuit hier op af.