Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing na verwijzing
beschikbaar gesteldewerktuigen en machines). Zou dat conform [geïntimeerde] ’ subsidiaire standpunt gewijzigd worden naar het in mindering brengen van de waarde van die machine op datum aankoop (6 mei 1999) en dat zou worden aangepast in de tabel van [geïntimeerde] , komt het saldo (zo is door [geïntimeerde] ter zitting onbetwist aangevoerd en blijkt ook de tabel) nog steeds in 2006 op nul uit. Het hof is van oordeel dat de systematiek van de vaststellingsovereenkomsten (en het betalen van huur gedurende de tijd waarin [geïntimeerde] de machines ter beschikking had) met zich brengt dat in ieder geval het subsidiaire standpunt van [geïntimeerde] ten aanzien van deze machine opgeld doet. Ook wanneer daarvan uit wordt gegaan was [geïntimeerde] dus niets meer aan [appellant] verschuldigd.