Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende
inspecteur van de Belastingdienst(hierna: de inspecteur).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) die door de inspecteur op 26 april 2017 aan belanghebbende is opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de rechtbank, die het beroep eveneens niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het Hof heeft de ontvankelijkheid van het beroep bij de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank dit terecht heeft gedaan. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en belanghebbende heeft niet kunnen aantonen dat zijn beroepschrift tijdig is ingediend. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de boete die aan belanghebbende is opgelegd, ontvankelijk is, en heeft de zaak met betrekking tot de boete terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling. Het Hof heeft de inspecteur ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende in verband met het hoger beroep.