Uitspraak
1.Heusden Veste B.V.,
Heusden Veste,
Swanenberg,
Heusden Veste c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat het in dit hoger beroep over?
3.De vaststaande feiten
De vordering en de beslissing in eerste aanleg in de procedure tussen Heusden Veste en [geïntimeerde]
De beoordeling van de (onvoorwaardelijke) vordering van Heusden Veste in hoger beroep
grieven 1 en 2van Heusden Veste keren zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de overeenkomst van geldlening, voor zover het de positie van [B] daarbij betreft, moet worden aangemerkt als een overeenkomst van borgtocht. Deze grieven zijn op zich terecht voorgedragen. Het hof komt tot dit oordeel op grond van het volgende.
verbinden zich tot zekerheid voor de juiste en tijdige nakoming door de Geldnemer van de jegens de Geldgever bestaande verbintenissen als hoofdelijk schuldenaar naast de Geldnemer en de Hoofdelijk Schuldenaren gelden ten aanzien van de uit deze overeenkomst voor hen voortvloeiende verplichtingen als hoofdelijk schuldenaren. De Lening geldt ten aanzien van alle hoofdelijk schuldenaren als een ondeelbare en hoofdelijke verbintenis.
6.De vaststaande feiten (vervolg)
Zwangversteigerung) op een onroerend goed in Wülfrath voor zes maanden zou opschorten.
Zwangversteigerungvan het onroerend goed te Wülfrath. [E] heeft op 27 september 2014 aan [F] van Swanenberg bericht dat hij tegen betaling van € 300.000 wilde afzien van deze executie. Vervolgens heeft Swanenberg met twee betalingen op 10 oktober 2014 in totaal € 300.000 aan Havic betaald.