Uitspraak
gevestigd te Schaijk,
gevestigd te Schaijk,
wonende te [woonplaats],
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
De cassatieklachten ten aanzien van de vordering van Swanenberg
4.Beslissing
15 oktober 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 oktober 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over een regresvordering en de toepassing van de Dozy-clausule in het huwelijksvermogensrecht. De eisers, Heusden Veste B.V. en Swanenberg Beheer B.V., hebben tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 februari 2020 beroep in cassatie ingesteld. De eisers stelden dat de verweerster, die niet verschenen was, hoofdelijk aansprakelijk was voor de schulden die op de huwelijksgemeenschap konden worden verhaald, op basis van de Dozy-clausule die in de huwelijkse voorwaarden was opgenomen. Het hof had echter geoordeeld dat de verweerster geen partij was bij de overeenkomst van geldlening en dat de Dozy-clausule niet tot gevolg had dat zij alsnog partij werd.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het hof vernietigd voor zover het ging om de vordering van Swanenberg tegen de verweerster, en het geding verwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de Dozy-clausule inhoudt dat de verweerster met haar eigen vermogen aansprakelijk is voor de schulden die voor de ontbinding van de huwelijkse gemeenschap op die gemeenschap konden worden verhaald. Dit betekent dat de verweerster als hoofdelijk schuldenaar kan worden aangemerkt, wat de basis vormt voor de regresvordering van de eisers. De Hoge Raad heeft de vordering van Heusden Veste tegen de verweerster echter verworpen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd.
De uitspraak benadrukt de complexiteit van de toepassing van de Dozy-clausule in het huwelijksvermogensrecht en de gevolgen van hoofdelijkheid bij schulden die voortvloeien uit een gemeenschap van goederen. De zaak illustreert ook de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling en het bieden van duidelijkheid in juridische geschillen.