Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grief 1klaagt [appellant] erover dat de rechtbank heeft verzuimd relevante feiten in aanmerking te nemen, in het bijzonder de herhaalde toezeggingen van het gemeentebestuur dat op korte termijn een besluit op aanvraag zou worden genomen.
De Gemeente heeft niet betwist, dat zij [appellant] meermalen heeft toegezegd dat zij snel een beslissing op de aanvraag zou nemen, maar deze toezegging niet is nagekomen.
Dit was jegens [appellant] niet zorgvuldig. Dit geldt temeer, nu de gemeente ook niet heeft betwist dat haar bekend was dat [appellant] een groot financieel belang had bij een snelle besluitvorming”.
nietgaat om schade ten gevolge van het niet doorgaan van plan 2 (waarop de berekening van [appellant] in de inleidende dagvaarding in paragraaf 7 ‘Schadeomvang’ lijkt te zien) omdat de Gemeente daarvoor niet aansprakelijk is, zoals hierna zal worden uiteengezet.
zou hebben beslist(of gehandeld) als wel (direct) een rechtmatig besluit zou zijn genomen (zie HR 6 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:18 (
UWV) en HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1112 (
Hengelo/ [y]).
(…) zorgt ook juist de opzet van het plan met een centrale toegangsweg en woningen aan beide zijden daarvan, dat de nieuw op te richten woningen op ongewenste korte afstand van bestaande woningen aan de [straat 1] en van de ten noorden van het perceel gelegen [straat 2] worden gesitueerd. Op korte afstand van bestaande woningen ontstaat zodoende bebouwing die massaal oogt. Zo wordt woning A2 gesitueerd op omstreeks 6,50 m van de tegenoverliggende bebouwing aan de [straat 2] . De beoogde bebouwing zorgt zodoende, met name voor de naastgelegen panden aan de [straat 2] en de [straat 1] , voor ongewenste en onvoorziene belemmeringen in zicht, licht en privacy.’
Het huidige bouwplan leidt tot een onaanvaardbare ruimtelijke invulling van het perceel. Ook na aanpassing van het bouwplan ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp uit 2008 (…) is sprake van een zeer intensief programma (…). De intensiteit van de bebouwing wordt daarbij nog benadrukt door de keuze van twee rijen woningen, oplopend in goothoogte met hoge steile kappen op zeer korte afstand van bestaande woningen aan zowel de [straat 1] als de [straat 2] .’
Omwonenden en belangengroepen hebben laten weten bezwaren te hebben tegen het plan’.
De gevraagde mogelijkheden voor dit perceel betekenen evenwel (…) een belemmering/beperking voor bestaande, naastgelegen woningen en zijn zoals hierboven geconstateerd in strijd met de Structuurvisie’.
hetgeen heeft geleid tot het nu vergunde bouwplan (plan 3,toevoeging hof
) met minder woningen en een zo goed mogelijk doorzicht tussen de woningen’ (rov. 3.2) en ‘
dat het bouwplan- naar [appellant] stelt op uitdrukkelijk verzoek van eisers -
vanwege aspecten van privacy voorziet in de aanleg van legakkers in het midden van de watergang(rov.10)’.
6.De beslissing
roldatum van 1 oktober 2019voor het nemen van een akte zoals bedoeld in rov. 5.6 zijdens [appellant] , waarna de Gemeente in de gelegenheid wordt gesteld om op deze akte bij antwoordakte te reageren;