Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Devaststaandefeiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“aanreiken”zodat Ede zich daarin had moeten
“schikken”(nr. 145 van de memorie van grieven), heeft zij onvoldoende uitgewerkt.
“done deal”was, dat [de grondeigenaar] ook akkoord was met de transactie en dat er geen voorbehoud van goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders - hierna: B&W - of van de raad is gemaakt. [de directeur] heeft verklaard dat de aanwezigen namens Ede akkoord waren met schetsen van de inrichting van het terrein, dat Info Support met [de grondeigenaar] en Ede overeenstemming had over de prijs, dat de grenzen van het te verwerven terrein duidelijk waren, dat de wethouders geen voorbehoud hebben gemaakt en dat zij aangaven dat de deal rond was, dat zij de garantie kregen dat ze de grond zouden krijgen en dat de kwesties die [de grondeigenaar] met Ede wilde regelen werden losgekoppeld van deze transactie.
Vitesse, is niet gebleken. De door Info Support aangedragen omstandigheden, te weten dat het zou gaan om uitvoering van bevoegd gedane toezeggingen en dat het ging om uitgebreide, zware delegaties (nr. 183 van de memorie van grieven), zijn daartoe onvoldoende. Info Support maakt niet duidelijk om uitvoering van welke door Ede gedane toezegging het ging of hoe Ede gebonden zou kunnen zijn aan een door Veenendaal gedane toezegging. Wat moet worden verstaan onder een uitgebreide, zware delegatie is te weinig concreet om daarop een aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad te baseren. Het lijkt niet realistisch van Info Support te veronderstellen dat zij zonder besluitvorming binnen B&W volledige overeenstemming heeft bereikt met Ede, terwijl het ging om een eerste gesprek met de wethouders, er nog niet of nauwelijks schetsen over de nieuwe vestiging waren uitgewisseld en er nog geen concepten waren opgesteld over de grondtransactie.