ECLI:NL:GHARL:2019:6153
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissementsgijzeling en schorsing van inbewaringstelling van bestuurder
In deze zaak gaat het om de faillissementsgijzeling van een bestuurder, [appellant], die gedurende ruim 11 maanden in verzekerde bewaring is gesteld op grond van artikel 87 van de Faillissementswet (Fw). Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden behandelt het hoger beroep van de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, die de inbewaringstelling van [appellant] had verlengd tot 11 augustus 2019. Het hof heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van [appellant] en het verweerschrift van de curator, mr. D. Steffens, die de handhaving van de inbewaringstelling verzocht. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juli 2019 is [appellant] verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. van Treijen.
Het hof overweegt dat [appellant] als bestuurder van de failliete vennootschappen [BV1] B.V. en [BV2] B.V. niet heeft voldaan aan zijn informatie- en medewerkingsverplichtingen jegens de curator. Ondanks dat hij enige informatie heeft verstrekt, blijft er veel onduidelijkheid bestaan over de geldstromen en transacties. Het hof stelt vast dat de curator twijfels heeft over de medewerking van [appellant] en dat de gijzeling niet meer in evenwicht is met het doel ervan. Het hof besluit de inbewaringstelling te schorsen onder voorwaarden, zodat [appellant] alsnog kan voldoen aan zijn verplichtingen en de curator de benodigde informatie kan verkrijgen.
De schorsing van de inbewaringstelling is onderworpen aan verschillende voorwaarden, waaronder het leveren van identificatie, wekelijkse meldingen bij de politie, en volledige medewerking aan het onderzoek van de curator. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en bepaalt dat de in verzekerde bewaringstelling tot en met 11 augustus 2019 zal voortduren, maar onder de gestelde voorwaarden geschorst wordt. Het hof wijst het meer of anders verzochte af.