Uitspraak
onherstelbaarvormverzuim, nu verdachte op ieder willekeurig moment een nieuwe verklaring had kunnen afleggen.
en leidt ook overigens niet tot een ander oordeel.
dat in de auto van verdachte is aangetroffen, is zoekgeraakt.
“er wel zeker geweest kunnen zijn”, is daarvoor onvoldoende.
“bedreigen”en/of
“bijeen slaan”van [slachtoffer] . Niet kan worden vastgesteld dat verdachte de dood van [slachtoffer] heeft gewild, noch heeft hij kunnen voorzien dat de dood van [slachtoffer] zou volgen. Verdachte is enkel getuige geweest van het neersteken van [slachtoffer] door zijn mededader en heeft zich niet gedistantieerd en was daartoe ook niet gehouden, omdat hij niet wist dat het oogmerk van zijn mededader was gericht op de dood van [slachtoffer] en dit oogmerk op een voor verdachte onverwacht moment tot uitvoering is gebracht door de mededader. Verdachte dient derhalve wegens het ontbreken van (voorwaardelijk) opzet te worden vrijgesproken.
“ze wilde dat [slachtoffer] dood was”en verdachte hier aanvankelijk eigenlijk niets op zei, maar verdachte toen [medeverdachte 2] dit voor de derde of vierde keer zei zelf zei dat “
het inderdaad wel het beste zou zijn, dat [medeverdachte 2] dan overal van af zou zijn”. Voorts heeft [naam] verklaard dat [medeverdachte 2] op dinsdagavond opnieuw zei dat ze vond dat [slachtoffer]
“gewoon dood moest”. Nadat [naam] had gezegd dat [medeverdachte 2] haar dochter daarmee haar vader zou afnemen en zij vroeg wat [medeverdachte 2] zou doen als zij door de politie zou worden aangehouden, zei [medeverdachte 2] dat het dan
“janken, janken, janken zou worden of gewoon haar hoofd koel houden”.
“gevaarlijke man”.Daarbij wordt onder andere gesproken over
“een blaffer met een demper”,
“pang pang”en “
valse nummerplaten”. Voorts maakt verdachte op 19 september 2014 een notitie in de mobiele telefoon die op dat moment bij hem in gebruik is met de inhoud:
“ [adres] , [plaats] [slachtoffer] Turk”.
“vermommings masker te koop”.
“stuur eens het nummer van die kutturk”en
“in welk casino zit hij schatke als ik het regel is er geen weg trg en moet je beseffen dat als [naam dochter] vraagt later achter haar echte vader hoop ik dat je ermee kunt leven eh”en
“wat ga je haar dan wijsmaken”en
“wat ga je haar dan wijsmaken”en
“en we zullen er 9 van de 10 900 euro voor moeten neerleggen heb ik al bij een paar mensen gehoord”en
“je wilt dan dat ik het regel”.
“Daar weet je zelf het antwoord op maar sms’en is niet zo handig nu schat”.Waarop verdachte reageert met het bericht:
“Oke en dan verwijder je die berichten maar”.
“kun jij aan een pang pang geraken of gevaarlijke mannen”. Vervolgens is er op de telefoon van verdachte een sms-bericht binnengekomen met de tekst:
“ja bel is man”en
“ik heb pang pang hier bij mij liggen en zware manne ben ik en ken er veel dus bel is makker wat is er aan de hand”. Hierna heeft er tussen deze toestellen een belcontact van 228 seconden plaatsgevonden.
“Bergen op Zoom”en
“Enschede”.
“Ik ken je niet, ik kom naar beneden”. Ze heeft gehoord dat [slachtoffer] naar beneden liep. Ze is na ongeveer vijf minuten naar beneden gelopen. Toen zij de trap afkwam en richting de toegangsdeur van het portiek keek, zag zij [slachtoffer] met zijn rug rechts tegen de muur. Zij heeft een persoon die zij herkende als de nieuwe vriend van [medeverdachte 2] heel dicht voor [slachtoffer] zien staan. Zij heeft gezien dat die nieuwe vriend breed stond, alsof hij [slachtoffer] wat aan wilde doen. Zij zag aan het gezicht van [slachtoffer] dat hij angstig was. [zus slachtoffer] vond de situatie dreigend en was bang. Zij heeft gezien dat een andere man die zij niet kende, de deur openhield. Hij stond half in de deuropening en half in de hal. Deze man stond heel dicht bij de vriend van [medeverdachte 2] . [slachtoffer] heeft naar haar toe bevestigd dat één van die mannen de nieuwe vriend van [medeverdachte 2] was en heeft haar in het Turks gevraagd of zij de politie wilde bellen. Toen zij de trap op rende om de politie te bellen, hoorde zij haar broer schreeuwen en meermalen
“au”roepen. Zij is daarop direct naar beneden gerend en zag dat [slachtoffer] buiten op straat in elkaar zakte. Tijdens het verhoor van [zus slachtoffer] is aan haar een foto getoond van verdachte. Zij heeft de persoon op deze foto herkend als de nieuwe vriend van [medeverdachte 2] , één van de mannen die zij had gezien in het portiek. Tijdens de Foslo-confrontatie bij de politie heeft [zus slachtoffer] [medeverdachte 1] niet herkend, echter na afloop van deze confrontatie heeft zij verklaard dat de persoon op foto 4 (op deze foto was [medeverdachte 1] te zien) veel leek op de persoon die zij in de nacht van 26 op 27 september 2014 in de hal van haar flatwoning heeft gezien en waarover zij heeft verklaard. Tijdens de pro forma behandeling op 25 maart 2015 bij de rechtbank Overijssel, locatie Almelo heeft [zus slachtoffer] gezegd dat zij [medeverdachte 1] herkende als de man die zij samen met de nieuwe vriend van [medeverdachte 2] in de nacht van 26 op 27 september 2014 in de hal van haar flatwoning heeft gezien. Verdachte heeft bekend dat hij één van de mannen was in de nacht van 26 op 27 september 2014 in het portiek bij de woning van [slachtoffer] in Enschede. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij [slachtoffer] op enig moment heeft vastgepakt.
“Schat zijn er al lichtjes gepasseerd daar?”. Diezelfde dag omstreeks 14.20/14.22 uur heeft verdachte sms-berichten aan [medeverdachte 2] gestuurd met de tekst:
“Schatje kunnen we 250 euro regelen voor [medeverdachte 4] ”en
“Want die vraagt da”. Hierop heeft [medeverdachte 2] om 14.23 uur een sms aan verdachte gestuurd met de tekst:
“Is goed schatje waar ben je nu?”.
“rondhoren voor een blaffer”en
“vingerafdrukken vijlen”.In de kofferbak werd in de ruimte voor het reservewiel een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aangetroffen.
zwarte baseballpet met het opschrift ‘Special Forces’ (AAHJ4745NL#01)een DNA-profiel aangetroffen dat overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard. [2] Op de binnenrand van de
andere zwarte baseballpet (AAHF9240NL)is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal twee personen, waar het DNA-profiel van [medeverdachte 1] in past, maar waarvan de matchkans niet is berekend. Op de
binnenzijdevan de
zwarte leren handschoenen (AAHJ4744NL#01 en #02)zijn DNA-sporen aangetroffen die overeenkomen met het DNA-profiel van verdachte met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard. Ook de
buitenzijdevan deze zwarte leren handschoenen is bemonsterd (AAHJ4744Nl #03 tot en met #09). Deze bemonstering bevat celmateriaal van drie personen. De deskundige van het NFI heeft gerapporteerd dat de bevindingen van het onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal bevat van [slachtoffer] en verdachte en een willekeurig persoon, dan wanneer de bemonstering celmateriaal bevat van verdachte en twee willekeurige onbekende personen. Het hof leidt hieruit af dat op de buitenzijde van de zwarte leren handschoenen celmateriaal is aangetroffen van zowel [slachtoffer] als van verdachte.
gele huishoudhandschoen (AAHJ4748NL#01)is een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie personen. De deskundige van het NFI heeft gerapporteerd dat de bevindingen van het onderzoek zeer veel waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal bevat van [medeverdachte 2] en twee onbekende personen, dan wanneer de monstering celmateriaal bevat van drie willekeurige onbekende personen. Voorts heeft de deskundige gerapporteerd dat de bevindingen van het onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal bevat van [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering celmateriaal bevat van drie willekeurige onbekende personen. Het hof leidt hieruit af dat aan de binnenzijde van de gele huishoudhandschoen celmateriaal is aangetroffen van zowel [medeverdachte 1] als van [medeverdachte 2] . Op het
lemmet van een van de messen die is aangetroffen op de parkeerplaats Stuik langs de A1 (AABW5351NL#01)is bloed aangetroffen, waaruit een DNA-mengprofiel is verkregen. De deskundige van het NFI heeft hierover gerapporteerd dat de bevindingen van het onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal bevat van [slachtoffer] en een onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering celmateriaal bevat van twee willekeurige onbekende personen. Het hof leidt hieruit af dat het bloed dat is aangetroffen op het lemmet van dit mes DNA-materiaal bevat van zowel [slachtoffer] als minimaal een andere persoon. Op de
blauwe hoodiedie is aangetroffen in de groenstrook van de parkeerplaats Varakker langs de A15 is aan de
achterzijdebloed aangetroffen. Vanuit de bloedbemonstering (AAHJ4738NL#01) is een DNA-profiel verkregen dat overeenkomt met het DNA-profiel van [slachtoffer] , met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard. Daarnaast is deze blauwe hoodie onderzocht op dragersporen. Zowel vanuit de
binnenzijde van de kraag (AAHJ4738NL#02)als vanuit de
binnenzijde van het linker manchet (AAHJ4738NL#03)van deze trui is een DNA-profiel verkregen dat overeenkomsten vertoont met het DNA-profiel van verdachte, met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard. Op de
zwart/wit gebreide truizijn twee DNA-mengprofielen aangetroffen. De eerste bemonstering (AAHJ4736NL#01) bevat celmateriaal waaruit een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen is verkregen dat overeenkomt met de DNA-profielen van verdachte en [medeverdachte 2] . De tweede bemonstering (AAHJ4736NL#02) bevat celmateriaal waaruit een DNA-mengprofiel is verkregen van minimaal drie personen dat overeenkomt met de DNA-profielen van [medeverdachte 1] , verdachte en minimaal één onbekende persoon. De matchkansen hiervan zijn niet berekend.
grijze joggingbroekdie is aangetroffen bij de Carwash in België is op de tailleband (AAHP5127NL#01) een DNA-profiel aangetroffen dat overeenkomst met dat van verdachte, met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard. Op deze broek werden ook diverse bloedgelijkende sporen waargenomen. Vanuit de bloedbemonstering aan de
voorzijdevan deze broek is ter hoogte van de linker broekzak (AAHP5127NL#02 en AAHP5129NL#01) een DNA-profiel verkregen dat overeenkomt met het DNA-profiel van [slachtoffer] met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard. Vanuit de bloedbemonstering
in de linker broekzakvan deze grijze joggingbroek (AAHP5130#01 en AAHP5131#01) is een DNA-mengprofiel verkregen. Zowel het DNA-profiel van verdachte als dat van [slachtoffer] past binnen dit mengprofiel. De matchkans hiervan is niet berekend. Vanuit de tailleband (AAHP5130NL#01) van de
zwarte joggingbroekdie eveneens aldaar is aangetroffen is een DNA-mengprofiel verkregen. De DNA-profielen van [medeverdachte 1] en verdachte passen binnen dit mengprofiel. De matchkans is hiervan niet berekend.
foedraal (van een mes)aangetroffen. Van de randen van dit foedraal (AAGV6560NL#01) werd een DNA-profiel verkregen dat overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte, met een matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard.
Het oordeel van het hof
“(vuur)wapens”en/of
‘gevaarlijke mannen’en heeft hij in dat verband ook diverse mensen benaderd, waaronder [naam] , [naam] en [medeverdachte 1] . Zo heeft verdachte op 25 september 2014 contact opgenomen met [medeverdachte 1] en hem per sms-bericht gevraagd om
“een pang pang”en/of
“gevaarlijke mannen”. Verdachte heeft verklaard dat hij in de avond van 26 september 2014 in het gezelschap van [medeverdachte 1] uit de woning van (de moeder van) [medeverdachte 2] in Bergen op Zoom naar Enschede is vertrokken om daar om 04.00 uur à 04.30 uur weer terug te keren.
“au”horen roepen en niet veel later gezien dat hij op straat in elkaar was gezakt. De verklaring van verdachte dat [medeverdachte 1] degene is geweest die [slachtoffer] tweemaal heeft gestoken, vindt naar het oordeel van het hof geen steun in andere bewijsmiddelen. Ook hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht over de minuscule bloedspatjes die zijn aangetroffen op het rugpand van de trui die verdachte ten tijde van het tenlastegelegde aan had, geeft hierover naar het oordeel van het hof onvoldoende uitsluitsel.
“tezamen en in vereniging met een of meer anderen”.In een dergelijk geval is immers niet vereist dat bewezen wordt dat verdachte zelf heeft gestoken. In het onderhavige geval kan het niet anders dan dat óf verdachte beide steekwonden heeft toegebracht óf [medeverdachte 1] beide steekwonden heeft toegebracht of elk van hen één steekwond heeft toegebracht.
“(vuur)wapens”en/of
“gevaarlijke mannen”en is vervolgens met die [medeverdachte 1] – die zich als
“gevaarlijke man”bij verdachte heeft aangeboden – in de nacht van 26 op 27 september 2014 vanuit Bergen op Zoom naar de woning van [slachtoffer] in Enschede gereden, gewapend met één of meer messen. Daar is [slachtoffer] zijn woning uitgelokt. Kort na 01.44 uur heeft er een confrontatie plaatsgevonden tussen verdachte en [medeverdachte 1] enerzijds en [slachtoffer] anderzijds, waarbij [slachtoffer] – die op dat moment alleen was – in het nauw is gedreven, letterlijk met zijn rug tegen de muur is gezet en door verdachte is vastgepakt. Kort nadat verdachte en [medeverdachte 1] door [zus slachtoffer] waren gezien, terwijl zij op heel korte afstand stonden van [slachtoffer] , die aan [zus slachtoffer] liet merken zich bedreigd te voelen en haar vroeg de politie te bellen, is [slachtoffer] in de buik en - met kracht - in de borst gestoken. Verdachte en [medeverdachte 1] hebben zich vervolgens uit de voeten gemaakt, zonder acht te slaan op de toestand waarin [slachtoffer] op dat moment verkeerde en zonder hulp te verlenen of in te roepen, wetende dat [slachtoffer] zojuist op genoemde plaatsen in zijn bovenlichaam was gestoken.
“in welk casino zit hij schatke als ik het regel is er geen weg trg en moet je beseffen dat als [naam dochter] vraagt later achter haar echte vader hoop ik dat je ermee kunt leven eh”en
“wat ga je haar dan wijsmaken”;
“gevaarlijke mannen”en hij in dat kader ook diverse mensen heeft benaderd. In dat verband wijst het hof in het bijzonder op een sms-bericht van verdachte van 22 september 2014 aan [medeverdachte 2] met de inhoud:
“En we zullen er 9 van de 10 900 euro voor moeten neerleggen heb ik al bij een paar mensen gehoord”en op de verklaring van [naam] inhoudende dat verdachte één à twee dagen na het vonnis van de voorzieningenrechter – buiten bij de woning van zijn moeder [medeverdachte 3] , in afwezigheid van derden – bij hem kwam met de vraag
“Kun jij een blaffer met een demper voor mij regelen?”, nadat het binnen in die woning al ging over het feit dat het beter was dat [slachtoffer] er niet meer was en dat [naam] van tevoren wist wat ‘hun’ van plan waren, terwijl hij met
“hun”bedoelt:
“zijn zusje(het hof begrijpt: [medeverdachte 2] )
en haar vriend”(het hof begrijpt: verdachte);
“vermommings masker te koop”;
“een pang pang”en/of
“gevaarlijke mannen”;
“kletsen te geven”en/of
“een lesje te leren”en/of
“bang te maken”.Hoewel de door verdachte afgelegde verklaring op dit punt steun vindt in de verklaring van [getuige 4] die heeft verklaard dat hij wist dat verdachte naar [slachtoffer] toe zou gaan
“om hem bang te maken of kletsen te geven”, acht het hof de door verdachte gegeven verklaring dat hij slechts die intentie had niet geloofwaardig in het licht van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden. In dat verband wijst het hof er op dat het dossier evenzeer andersluidende verklaringen, zowel van verdachte zelf als van derden, bevat waaruit blijkt dat de intentie bestond om [slachtoffer] van het leven te beroven. In dat verband wijst het hof nogmaals in het bijzonder op het sms-contact tussen verdachte en [medeverdachte 2] in de dagen voor het tenlastegelegde.
“in (halve) shock”te zijn en in een getapt telefoongesprek heeft gezegd (samengevat) dat ze niet wist wat ze moest doen; of ze nou naar Enschede moest, haar of zijn advocaat moest bellen. In het licht van de door het hof hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden die duiden op een door verdachte en [medeverdachte 2] gesmeed (en dus vooropgezet) plan om [slachtoffer] uit de weg te ruimen vanwege de verhuisplicht, is het niet onaannemelijk dat [medeverdachte 2] bewust dergelijke dingen in genoemde Whatsapp-gesprekken en het telefoongesprek heeft geuit, ter verdoezeling van haar aandeel in het overlijden van [slachtoffer] . Dat zij dit soort afwegingen maakte, volgt uit haar al genoemde sms-bericht aan verdachte op 22 september 2014, waarin zij het niet zo handig noemt om over de plannen rondom [slachtoffer] te sms-en en uit haar al genoemde antwoord op de vragen die [naam] haar vóór de uitvoering van het plan stelde over de gevolgen voor [naam dochter] en haarzelf. Het hof gaat daarom niet uit van de oprechtheid van deze berichten.
of omstreeks27 september 2014 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,[slachtoffer] opzettelijk en
– al dan niet –met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaal,met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,in het lichaam te steken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren.
€ 9.732,92 (negenduizend zevenhonderdtweeëndertig euro en tweeënnegentig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van:
€ 9.732,92 (negenduizend zevenhonderdtweeëndertig euro en tweeënnegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
83 (drieëntachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
teruggaveaan [naam] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: zwarte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf met het kentekenen [kenteken] .