Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die de bezwaren tegen navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2012 en 2013 ongegrond heeft verklaard. Belanghebbende, die zijn onderneming in 2012 heeft gestaakt, betwist de navorderingsaanslag over 2012 en de aanslag over 2013, waarin de Inspecteur geen recht op ondernemersfaciliteiten heeft erkend. De rechtbank oordeelde dat de Inspecteur terecht de oudedagsreserve tot de winst heeft gerekend en dat belanghebbende geen recht had op stakingsaftrek. Het Hof heeft de zaak op 30 april 2019 behandeld, waarbij het onderzoek ter zitting plaatsvond op 12 maart 2019. Het Hof concludeert dat belanghebbende zijn onderneming in 2012 volledig heeft gestaakt en dat de Inspecteur terecht een navorderingsaanslag heeft opgelegd. Het Hof heeft de navorderingsaanslag over 2012 verminderd tot een belastbaar inkomen van € 92.366 en de uitspraak van de rechtbank voor het jaar 2013 bevestigd. Tevens is de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.