3.2De huwelijkse voorwaarden, aangegaan op 28 augustus 2003, bevatten – voor zover hier van belang – de volgende bepalingen:
“HUWELIJKSVOORWAARDEN
Uitsluiting
Artikel 1
De echtgenoten sluiten elke gemeenschap van goederen uit.
Vergoedingsrechten
Artikel 4
Een echtgenoot heeft een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere echtgenoot aan zijn vermogen is onttrokken. De vergoeding is gelijk aan het bedrag of de waarde ten tijde van de onttrekking en is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen die opeisbaarheid verzetten.
Kosten van de huishouding
Artikel 7
De kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden door de echtgenoten gedragen naar evenredigheid van ieders inkomen. Zijn de inkomens onvoldoende dan worden de kosten gedragen naar evenredigheid van ieders vermogen. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
Onder de kosten van de huishouding zijn begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de tot het gezin behorende kinderen, de premies voor de gebruikelijke verzekeringen, de kosten van gezamenlijke vakanties, de huurprijs van de echtelijke woning en rente van geldleningen die verband houden met de aanschaf, het behoud en het onderhoud van de echtelijke woning en de vakantiewoning.
Indien de echtgenoten in onderling overleg niet samenwonen, worden de gezamenlijke kosten van de afzonderlijke huishoudens, waaronder begrepen de kosten die verband houden met de huisvesting van de echtgenoten, gedragen op de wijze als in lid 1 is bepaald.
De echtgenoot die in een kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan hij op grond van het bepaalde in dit artikel zou moeten dragen, kan dit meerdere van de andere echtgenoot terugvorderen, mits hij die vordering instelt binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.
Indien de vordering overeenkomstig lid 4 is ingesteld, moet deze direct worden voldaan, tenzij redelijkheid en billijkheid zich daartegen verzetten.
Geen verrekening van inkomsten
Artikel 9
De echtgenoten sluiten uitdrukkelijk de jaarlijkse verrekening van overgespaarde inkomsten uit.
Verrekening bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding, scheiding van tafel en
bed of overlijden
Artikel 10
Indien het huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding of overlijden of bij scheiding van tafel en bed, zal tussen de echtgenoten (of hun rechtverkrijgenden) afgerekend worden alsof de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd.
(…)
Onder het vermogen van een echtgenoot wordt verstaan het saldo van zijn bezittingen en schulden. Indien de langstlevende echtgenoot een verzekering heeft afgesloten op het leven van de overleden echtgenoot en in verband met diens overlijden door hem een uitkering wordt verkregen waarover successierecht verschuldigd kan zijn, wordt het vermogen van de langstlevende echtgenoot vermeerderd met de premies en koopsommen die tijdens het huwelijk door hem in verband met deze verzekering zijn betaald of te zijnen laste zijn gekomen, vermeerderd met een schadeloosstelling als bedoeld in artikel 8.
De beschrijving van de vermogens van de echtgenoten en de waardering van de daartoe behorende bezittingen en schulden geschiedt per de datum van de ontbinding van het huwelijk door overlijden of naar het tijdstip van het indienen van het verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed. De waardering van de goederen en schulden vindt plaats in onderling overleg en bij gebreke daarvan door een of meer deskundigen. te benoemen door de rechter genoemd in artikel 679 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De verrekening vindt plaats doordat de ene partij aan de andere partij een zodanig bedrag uitkeert dat na de uitkering ieders vermogen gelijk is aan de helft van de gezamenlijke vermogens van de echtgenoten.
De uitkering vindt plaats in geld binnen een jaar na de ontbinding van het huwelijk of de scheiding van tafel en bed, tenzij partijen anders overeenkomen of de eisen van redelijkheid en billijkheid anders meebrengen.
(…)
Ingeval van ontbinding van het huwelijk door echtscheiding en bij scheiding van tafel en bed worden niet in de verrekening betrokken:
a. premies en koopsommen als bedoeld in artikel 8 (deze blijven geheel ten laste van de betreffende echtgenoot;
b. de door de comparante sub 2 aangegane lening in verband met de aankoop van de huidige auto. of het restant van die lening;
c. al hetgeen behoort tot een door één der echtgenoten uitgeoefend beroep of bedrijf, in welke rechtsvorm dan ook, waaronder worden begrepen aandelen en/of certificaten van aandelen in één of meer vennootschappen, hetgeen daarvoor in de plaats treedt en de opbrengsten daarvan;
d. het aandeel van de comparant sub 1 [rechtbank: de man] in de tussen hem en zijn ex-echtgenote bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, en hetgeen daarvoor in de plaats treedt.
9. (…).
(…)
Geen verrekening overige oudedagsvoorzieningen
Artikel 12
Bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed wordt de waarde van aanspraken op een oudedagsvoorziening, die geen pensioenrechten zijn in de zin van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, niet verrekend.
Artikel 13
Rechtskeuze
De verschenen personen verklaarden dat de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk zullen worden beheerst door het Nederlandse recht.”