“Ik verwijs naar ons laatste onderhoud inzake de openstaande declaraties. In dat verband heb ik aangegeven bereid te zijn de nodige coulance te tonen vanwege het feit dat MC Lelystad in zwaar weer verkeert. Jij hebt aangegeven je te storen aan de stevige berichten die van de kant van onze boekhouding worden verzonden.
Ik begrijp je punt en ik heb onthouden dat MC Lelystad er alles aan wil doen om de opgelopen achterstanden zo snel mogelijk weg te werken. Daarbij passen enkele kanttekeningen die ik met je wil delen en waarover ik overleg zou willen voeren.
(…) Het neemt echter niet weg dat wij bij herhaling (zeer veel) tijd in dossiers investeren zonder concreet vooruitzicht op betaling. De vertrouwensband met hen brengt ons er in de meeste gevallen toe in goed vertrouwen de werkzaamheden voort te zetten zelfs wanneer het vermoeden bestaat dat ween voorfinanciering op enig moment noodgedwongen moet worden omgezet in een (waarschijnlijk) oninbare vordering.
(…)
Ik vind het buitengewoon pijnlijk je dit te moeten voorhouden maar deze zorg heeft mede betrekking op MC Lelystad. Het uitstaande bedrag is op dit moment ruim € 45.000 en gegeven de noodzakelijke werkzaamheden voor de komende maanden moet worden verwacht dat dit bedrag verder zal oplopen mede in het licht van de beperkte regelmaat waarbinnen betalingen binnenkomen. Ik realiseer me terdege dat ik heb aangegeven rekening te willen houden met de zware tijden waarin MC Lelystad zich bevindt maar mede naar aanleiding van overleg met compagnons vraag ik me af hoe het nu verder moet juist ook omdat er geen concrete afspraken gemaakt zijn en ik niet anders weet dan dat je bezig bent met het afstoten van een deel van de onderneming resp. dat je verwacht "tegen het einde van het jaar" de declaraties (of een deel daarvan) te kunnen betalen.
Gegeven het beloop van de uitstaande declaraties en mede in het licht van hetgeen nog moet gebeuren zou ik graag meer openheid van zaken willen hebben zodat wij in gezamenlijkheid kunnen bepalen hoe we verder moeten. Begrijp ik het goed dat je de openstaande bedragen alleen dan kunt voldoen wanneer de verkoop van de onderneming danwel delen daarvan zich realiseert? Kun je verder een concrete toezegging doen een maandelijks bedrag te reserveren voor de aflossing? Zou je alsnog bereid zijn met Noverraz tot een vergelijk te komen en hoe ziet dat er dan uit?
Vergeef me dat ik dergelijk duwerige vragen aan je stel maar door schade en schande zijn we wijzer geworden. Ik wil(o?) in dit stadium voorkomen dat we op enig moment in de verwijtsfeer terecht komen danwel in een situatie waar wij intern moeten vaststellen dat oninbaarheid op een eerder moment had kunnen worden voorzien. Het bovenstaande neemt zeker niet weg dat ik bereid ben met de bijzondere situatie waarin Mc Lelystad verkeert reklening te houden zoals je tot nog toe ook hebt mogen ervaren.”
In een e-mail van [appellante] aan BSS van 3 september 2013 12.08 uur staat onder meer vermeld:
Tijdens onze eerste afspraak waar [B] ook bij was heb ik duidelijk gemaakt dat ik een kleine onderneming ben die nu geconfronteerd werd met een juridische zaak aangespannen door Noverraz.
Daarbij heb ik ook aangegeven dat ik sta voor mijn afspraken, maar de tijd nodig heb om aan mijn financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Toen werden de kosten geschat op ongeveer 15.000 euro
Ook is gevraagd om zoveel mogelijk kostenbesparend te werk te gaan en, indien mogelijk,ik zoveel mogelijk werk uit handen zou nemen. [B] en later heeft [C] deze zaak onder zich genomen.
Op een gegeven moment ben je deze zaak zelf gaan doen, wat betekend dat de kosten daardoor veel hoger zijn geworden.
Inmiddels is deze zaak geëscaleerd tot een grote zaak die voor beiden partijen niet te overzien was.
Ik heb je meerdere malen gesproken en aangegeven dat de kosten worden voldaan, maar dat daarvoor tijd nodig is.
Er is al meer dan 40.00 euro voldaan, voor een kleine onderneming een enorm bedrag.
Zelf heb ik altijd de gedachte gehad dat we een goede zaak hadden waar straks in ieder geval een geldbedrag uit moet komen.
Gezien onderstaande mail [hof: de hiervoor weergegeven mail van 2 september 2013
] heb ik mij daarin wellicht vergist.
De kosten voor de procedure zijn al meer dan 2/3 van de vordering.
Een schikking met Noverraz kost naar mijn mening alleen maar geld.
Ik had gehoopt dat ik even in de schaduw van de wel op tijd betalende cliënten mocht staan. Nogmaals het is niet of maar wanneer ik dit kan voldoen.
Gisteren heb in deze mail ontvangen, wil je mij een paar dagen de tijd geven om na te denken over hoe nu verder te gaan.
Ik ben in gesprek met een gegadigde voor een gedeelte van de praktijk. Ik verwacht dat dit eind september 2013 gerealiseerd is. Dan beschik ik weer over meer financiële middelen"