Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante 1],
wonende te [woonplaats] ,
[appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
[appellant 3],
wonende te [woonplaats] ,
[appellante 2],
wonende [woonplaats] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
primair: voor recht te verklaren dat:
1. ASR onrechtmatig hebben gehandeld jegens [appellanten] door hen in strijd met de precontractuele zorgplicht als verwoord in de uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van 13 juli 2011 (nr. 172) niet juist en volledig te informeren over de inhoud van de overeenkomsten en de wijze van besteding door ASR van de door [appellanten] op grond van de overeenkomsten verschuldigde bedragen;
2. ASR ter zake van de overeenkomsten toerekenbaar tekortgeschoten is in de op haar jegens [appellanten] rustende verplichting om:
- de maandelijkse bedragen van fl. 400,- uitsluitend aan te wenden voor spaarstorting en premie, door een aanzienlijk deel ervan voor zogeheten kosten ASR en kosten bemiddeling adviseur aan te wenden, terwijl de overeenkomsten ASR slechts het recht gaven om administratiekosten en beheerskosten zoals genoemd in artikel 6.1 en 6.3 van de algemene voorwaarden in rekening te brengen;
- jegens [appellanten] jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen;
- [appellanten] deugdelijk te informeren over de wijze van belegging;
4. [appellanten] de overeenkomsten buitengerechtelijk hebben vernietigd;
subsidiair: de overeenkomsten te vernietigen wegens dwaling;
primair(uit hoofde van schadevergoeding): ASR te veroordelen tot vergoeding van de door [appellanten] geleden en nog te lijden schade, begroot op € 37.056,37 voor [appellant 1] , € 35.842,28 voor [appellante 1] , € 34.427,81 voor [appellant 2] , € 34.435,88 voor [appellant 3] en € 34.591,82 voor [appellante 2] , met wettelijke rente;
subsidiair(uit hoofde van dwaling): ASR te veroordelen tot betaling aan [appellanten] van de door hem aan ASR betaalde inleg vermeerderd met wettelijke rente;
meer subsidiair(uit hoofde van onverschuldigde betaling): ASR te veroordelen de waarde van de polis te berekenen aan de hand van de gerealiseerde bruto rendementen in de Spaarkas, derhalve zonder aftrek van de door [appellanten] betaalde inleg of andere inhouding van kosten, en ASR te veroordelen tot betaling van het dientengevolge nog aan [appellanten] toekomende bedrag;
uiterst subsidiair: de poliswaarde vast te stellen aan de hand van de door [appellanten] betaalde inleg en de door ASR genoemde koersen en gerealiseerde bruto rendementen in de Spaarkas, zonder verdere inhouding van kosten;
brochurede methode van het ABC Spaarplan uitgelegd. Uiteengezet is dat gedurende de looptijd van het spaarplan een vast bedrag diende te worden betaald, dat bestond uit een spaardeel en een premiedeel. Het premiedeel werd gebruikt voor de overlijdensrisicoverzekering. De hoogte van de verzekeringspremie werd bepaald aan de hand van de hoogte van de gewenste overlijdensuitkering, de leeftijd van de deelnemer en de looptijd van het spaarplan, met een keuze uit drie soorten overlijdensdekkingen (tarieven
A, Ben
C).Het spaardeel werd na aftrek van eenmalige administratiekosten (4% van het totaal van de spaarstortingen) en jaarlijkse beheerkosten (0,5% van het gespaarde tegoed) gestort in de beleggingskas en door AMEV belegd: in principe voor 1/3 deel in staatsleningen en obligaties, voor 1/3 deel in onroerend en voor 1/3 deel in aandelen. Op de einddatum werd het opgebouwde vermogen verdeeld onder de deelnemers. Dit vermogen werd gevormd door de bedragen die de in leven zijnde spaarders hadden gestort, de daarmee behaalde resultaten (beleggingswinst), de bedragen die inmiddels overleden spaarders hadden plus de resultaten (overlevingswinst) en de bedragen die bij afkoop in de kas achterbleven plus de daarmee behaalde winst (afkoopwinst). In de brochure is vermeld dat in het 30-jarige bestaan van het ABC Spaarplan het gemiddelde jaarlijkse rendement lag tussen 8,8 en 11,1% over het belegde geld, dat de beleggingsspecialisten van AMEV de afgelopen 30 jaar hoge rendementen wisten te behalen tegen een gering risico en dat het beleggingsrisico klein was vanwege de genoemde spreiding van de beleggingen. Opgemerkt is dat, hoewel de resultaten uit het verleden geen garantie geven voor de toekomst, voormelde gegevens duidelijk maken dat ABC Spaarplan een aantrekkelijke spaarmethode is. Verder zijn rekenvoorbeelden gegeven van de te verwachten opbrengst, uitgaande van een gemiddeld jaarlijks rendement van 10%. Ten slotte is vermeld dat de fiscus het ABC Spaarplan beschouwt als een levensverzekering en daarom bepaalde vrijstellingen van inkomstenbelasting geeft voor de opbrengst van het spaarplan.
offertesvan GWK zijn vervolgens prognoses opgenomen per deelnemer. De verwachte opbrengst werd weergegeven, uitgaande van de leeftijd van de deelnemer, de beoogde looptijd van 20 jaar, het ingeschreven bedrag (afhankelijk van het gekozen tarief voor de overlijdensrisicodekking) en de maandelijkse inleg van fl. 400,-, dit alles bij een rendement van respectievelijk 8, 9 en 10% over het voor belegging beschikbare geld. Daarbij is vermeld dat de gehanteerde rendementspercentages zijn gebaseerd op de jarenlange ervaring van GWK met het ABC Spaarplan, maar dat dit geen garantie geeft voor de toekomst.
nadere prognoseszijn hernieuwde berekeningen gegeven, gebaseerd op een storting van fl. 400,- per persoon per maand gedurende 20 jaar en een keuze voor tarief A van de overlijdensdekking, bij een rendement van 8, 9 of 10%. Op basis van het voorgaande zijn de spaarplannen aangevraagd. Met de verstrekte
certificatenheeft AMEV bevestigd dat de aanvragen waren goedgekeurd en dat daarmee de spaarplanovereenkomsten tot stand waren gekomen. De certificaten vermeldden dat [appellanten] als beleggers waren toegetreden tot de beleggersgroep 2013-9 en met welk ingeschreven bedrag. Verder vermeldden zij het recht op uitkering van het aandeel van de belegger in de beleggingskas als de verzekerde in leven zou zijn op de expiratiedatum van de kas, het recht op uitkering bij eerder overlijden (de som van de betaalde bedragen vermeerderd met 5% rente op rente per jaar) en de verschuldigde inleg (fl. 400,- per maand over de periode van 1 december 1993 tot 1 november 2013).
algemene voorwaarden, waarin onder meer is gedefinieerd wat de betaling is (“de spaarstorting en premie voor dit certificaat”), de spaarstorting (“het gedeelte van de betaling dat voor belegging is bestemd”) en de premie (“de premie is bestemd voor het verkrijgen van een gedeeltelijke uitkering onmiddellijk na het overlijden van de verzekerde vóór de expiratiedatum van de kas”). In artikel 3 van de algemene voorwaarden is bepaald dat de belegger door het aangaan van de overeenkomst toetreedt tot een beleggersgroep, die een beleggingskas vormt met een vaste expiratiedatum. Verder is bepaald dat het ingeschreven bedrag het bedrag is waarvoor in de beleggingskas wordt deelgenomen en dat als onderdeel van de betaling een spaarstorting wordt gedaan. Daarbij is vermeld dat, indien en voor zover het een certificaat met periodieke betaling betreft, de spaarstorting gelijk is aan het ingeschreven bedrag gedeeld door de looptijd van het certificaat. In de artikelen 4, 5, 6, 10 en 11 zijn nadere bepalingen opgenomen over de overlijdensrisicodekking, de beleggingskas en het beleggingsbeleid, de kosten, de maandelijkse verdeling van de opbrengsten en de verdeling van de beleggingskas.
De vraag is dan of wel kan worden gesproken van een rechtsverhouding die een zodanige verwantschap heeft met in de wet geregelde gevallen waarin een dergelijke verplichting geldt, dat deze verplichting hier ook moet worden aangenomen. Deze vraag beantwoordt het hof, anders dan ASR, bevestigend. De verhouding tussen partijen kenmerkt zich hierdoor dat [appellanten] deelnamen aan een door ASR aangeboden spaarkas, waarmee op collectieve basis werd belegd. Duidelijk is dat ASR bij de uitvoering van de spaarkasovereenkomsten volledig zelfstandig handelde. [appellanten] hadden slechts zeer beperkt zicht op dat handelen en hadden er geen enkele invloed op. De kennis over de wijze waarop het vermogen is opgebouwd, bevindt zich ook volledig in het domein van ASR.