4.2Bij memorie van grieven van 23 juni 2015 heeft de Ontvanger twaalf grieven (grieven I. tot en met XII.) aangevoerd en toegelicht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, opnieuw rechtdoende:
in het geding in conventie:
primair:
i. voor recht te verklaren dat de Ontvanger zijn onder 1.1 van de dagvaarding in eerste aanleg genoemde vordering op [appellant] van in totaal € 524.220,- te vermeerderen met invorderingsrente en vervolgingskosten, mag verhalen op de goederen van de huwelijksgemeenschap van [appellant] en [appellante] , waaronder de onder 1.12 van de dagvaarding in eerste aanleg genoemde onroerende zaken;
ii. [appellant] en [appellante] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten in beide instanties;
subsidiair:
i. [appellant] en [appellante] te veroordelen tot verdeling van (goederen van) hun huwelijksgemeenschap, voor zover nodig voor het verhaal van de onder 1.1 van de dagvaarding in eerste aanleg genoemde vordering van de Ontvanger op [appellant] van in totaal € 524.220,-, te vermeerderen met invorderingsrente en vervolgingskosten;
ii. een notaris te benoemen, te overstaan van wie – tenzij partijen alsnog overeenstemming bereiken omtrent de keuze van de notaris – de werkzaamheden der vertaling zullen plaatsvinden;
iii. voor elk van [appellant] en [appellante] , voor zover zij onwillig zijn, een onzijdige persoon, als bedoeld in artikel 3:181 BW, te benoemen om hen te vertegenwoordigen bij de werkzaamheden tot verdeling van de gemeenschap;
iv. te bepalen dat de notaris en de onzijdige persoon/personen hun kosten ten laste kunnen brengen van de gemeenschap;
v. [appellant] en [appellante] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten in beide instanties, waaronder begrepen de kosten van het op 2 maart 2012 ten laste van [appellant] en [appellante] gelegde conservatoir deelgenotenbeslag;
meer subsidiair:
i. [appellant] en [appellante] te veroordelen tot verdeling van (goederen van) hun huwelijksgemeenschap, voor zover nodig voor het verhaal van de onder 1.1 van de dagvaarding in eerste aanleg genoemde vordering van de Ontvanger op [appellant] van in totaal € 524.220,-, te vermeerderen met invorderingsrente en vervolgingskosten;
ii. de wijze van verdeling te gelasten dan wel de verdeling vast te stellen;
iii. [appellant] en [appellante] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten in beide instanties, waaronder begrepen de kosten van het op 2 maart 2012 ten laste van [appellant] en [appellante] gelegde conservatoir deelgenotenbeslag;
alsmede
in het geding in reconventie:
de vordering van [appellante] alsnog integraal af te wijzen en [appellante] te veroordelen in de proceskosten in beide instanties.