Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[Vennootschap A],
[Bedrijfsnaam B],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
bis-Verordening) in werking getreden en ingevolge artikel 66 lid 1 van toepassing geworden op deze na 10 januari 2015 ingestelde rechtsvordering.
bis-Verordening is op grond van artikel 1 lid 2, aanhef en onder b) niet van toepassing op het faillissement, akkoorden en andere soortgelijke procedures. In zijn het arrest HvJ EG van 10 september 2009, ECLI:EU:C:2009:544 (German Graphics/Van der Schee) heeft het HvJ EG evenwel (in rov. 32) overwogen dat de vordering betreffende het eigendomsvoorbehoud een autonome vordering is, die haar grondslag niet in het recht inzake insolventieprocedures vindt en de opening van dit soort procedure en het optreden van een curator niet verlangt. Aan het slot van dat arrest heeft het HvJ EG onder meer voor recht verklaard:
bis-Verordening. Het (enkele) feit dat de curator (thans) partij is in dit geding leidt er niet toe dat de vordering rechtstreeks uit het faillissement voortvloeit en geheel binnen het kader van een faillissement past.
bis-Verordening worden zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat en kunnen zij slechts voor het gerecht van een andere lidstaat worden opgeroepen krachtens de in de afdelingen 2 tot en met 7 van dit hoofdstuk (II Bevoegdheid) gegeven regels. Omdat de curator kantoor houdt in Polen kan daaraan in Nederland geen internationale rechtsmacht worden ontleend. De rechtbank heeft internationale rechtsmacht evenwel aangenomen op basis van artikel 7 aanhef en lid 1 sub b), eerste gedachtestreepje van die verordening. Dit artikel 7 luidt:
bis-Verordening.
bis- Verordening de rechtbank Gelderland (in rov. 4.8) derhalve terecht internationale rechtsmacht aangenomen om van de vordering kennis te nemen.
bis-Verordening of haar voorganger, in beide gevallen moet die beslissing naar het oordeel van het hof in Nederland worden erkend en wel zonder verdere formaliteiten ingevolge artikel 32 van de herschikte IVO dan wel zonder vorm van proces op grond van artikel 36 lid 1 van de Brussel I
bis-Verordening of haar voorganger, waartegen [geïntimeerde] geen aan artikel 45 ontleende weigeringsgronden heeft aangevoerd.
bis-Verordening niet voor erkenning in Polen in aanmerking. De door [geïntimeerde] gevorderde verklaring voor recht, waarbij zij aldus geen belang heeft, moet derhalve alsnog worden afgewezen.
6.De slotsom
€ 904(2 punten x tarief II)
€ 718,00
€ 894,00(1 punt x appeltarief II)