Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
nummer 200.157.787tussen
nummer 200.162.620tussen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van twee aannemers, [appellante 1] en [appellante 2], voor schade aan een infiltratieleiding tijdens heiwerkzaamheden. Eneco Wind B.V. heeft beide aannemers aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan doordat een heipaal de infiltratieleiding heeft doorboord. De rechtbank heeft de vorderingen van Eneco Wind toegewezen, waarop beide aannemers in hoger beroep zijn gegaan. Het hof oordeelt dat [appellante 1] als hoofdaannemer niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de ligging van de leidingen en dat zij niet mocht afgaan op de informatie van de gemeente zonder nader onderzoek te verrichten. Het hof bevestigt dat er een causaal verband bestaat tussen het handelen van [appellante 1] en de schade aan de leiding. De vordering van Allianz, die als tussenkomende partij optreedt, wordt ook behandeld, waarbij het hof oordeelt dat Allianz recht heeft op terugbetaling van een bedrag dat zij aan Eneco Wind heeft betaald. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor zover het gaat om de veroordeling van [appellante 1] tot betaling van € 399.279,43 en stelt dit bedrag vast op € 392.500,-. De vordering van Eneco Wind tegen [appellante 2] wordt afgewezen, omdat deze aannemer mocht afgaan op de informatie van de hoofdaannemer en de gemeente.