Uitspraak
[appellant],
de Gemeente,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
"Groen"gekregen. Gronden met deze bestemming zijn op grond van artikel 5 van de planvoorschriften, voor zover hier van belang, bestemd voor
"groenvoorzieningen met recreatief medegebruik en natuurontwikkeling, welke dient als visuele begrenzing van het bedrijventerrein Hessenpoort in relatie tot de directe omgeving".
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De grieven
grief 1komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de ontwikkeling van het natuurgebied noopt tot het vertrek van [appellant] uit dat gebied. Hij heeft aangevoerd dat er geen koppeling is gemaakt tussen de bestemming "Bedrijventerrein" en de bestemming "Groen". Gebruik van het bedrijventerrein is volgens hem daarom mogelijk zonder dat op de gronden met de bestemming "Groen" een ecologische zone is gerealiseerd.
"Ecologische zone Hessenpoort"alleen is af te leiden dat de ecologische zone moet worden aangelegd in verband met verboden die voortvloeien uit de Flora- en faunawet. Naar zijn mening levert bewoning van het bijgebouw door hem echter geen strijd op met de bepalingen van deze wet. Ter ondersteuning van zijn standpunt heeft hij een rapport van [B] van 25 maart 2016, getiteld
"Second Opinion [a-straat] 9, Zwolle"overgelegd. Uit dit rapport blijkt, zo heeft hij betoogd, dat het perceel aan de [a-straat] 9 in de huidige situatie al gebruikt wordt door tal van vogels en andere dieren die er een goed heenkomen zoeken.
"Ecologische zone Hessenpoort", van de hand van haar medewerker [C] .
grief 2heeft [appellant] aangevoerd dat hem in een gesprek op 6 oktober 2010 door de Gemeente in de persoon van mr. J. Kuik is toegezegd dat er geen procedure tegen hem zou worden gestart om hem uit de woning te krijgen.
grief 3komt [appellant] op tegen de overweging van de kantonrechter dat de Gemeente een aantal advertenties heeft overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat passende vervangende woonruimte in Zwolle en omgeving voorhanden is. [appellant] heeft erop gewezen dat hij altijd in een buitengebied zal moeten wonen, omdat hij mensenschuw is en dagelijks een grote angst ervaart dat hij wordt achtervolgd. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft hij een verklaring overgelegd van drs. [D] , psycholoog, van 6 juni 2016. Tevens heeft hij zijn beperkte financiële mogelijkheden om een geschikte woning te huren naar voren gebracht.