ECLI:NL:GHARL:2017:9469

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
31 oktober 2017
Publicatiedatum
1 november 2017
Zaaknummer
200.171.096/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de samenhang tussen franchiseovereenkomst en leaseovereenkomst in het kader van een bodycheck-project

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Geldrop Banen B.V. en Grenke Finance N.V. over de vraag of de sportschool, Geldrop Banen, haar betalingsverplichtingen uit een leaseovereenkomst kon opschorten vanwege tekortkomingen van de franchisegever in de franchiseovereenkomst. Geldrop Banen had een franchiseovereenkomst gesloten met Verzekerd Fit Polis B.V. voor deelname aan een bodycheck-project, waarbij de sportschool verplicht was een cardioscan aan te schaffen of te leasen. De franchisegever voldeed niet aan zijn verplichtingen, wat leidde tot opschorting van de leasebetalingen door Geldrop Banen. Het hof oordeelt dat er geen zodanige feitelijk-economische samenhang bestaat tussen de leaseovereenkomst en de franchiseovereenkomst dat de tekortkomingen van de franchisegever de opschorting van de leaseverplichtingen rechtvaardigen. Het hof verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad en concludeert dat de leaseovereenkomst en franchiseovereenkomst in dit geval als afzonderlijke overeenkomsten moeten worden beschouwd. De vordering van Geldrop Banen wordt afgewezen, en Grenke wordt in het gelijk gesteld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, met enkele aanpassingen in de veroordelingen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.171.096/01
(zaaknummer rechtbank Oost-Brabant 868664 12-12319)
arrest van 31 oktober 2017
in de zaak van
Geldrop Banen B.V.,
gevestigd te Geldrop,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in voorwaardelijke reconventie,
hierna:
Geldrop Banen,
advocaat: mr. P.A. de Lange, kantoorhoudend te Barendrecht,
tegen
Grenkefinance N.V.,
gevestigd te Maasbree,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in voorwaardelijke reconventie,
hierna:
Grenke,
advocaat: mr. O.J.W. Reijnders, kantoorhoudend te Eindhoven.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 15 maart 2016 hier over.
1.2
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de memorie van antwoord, tevens houdende voorwaardelijke vermindering van eis (met producties),
- een akte uitlaten voorwaardelijke vermindering van eis tevens houdende akte uitlaten producties van Geldrop Banen.
1.3
Vervolgens heeft Geldrop Banen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
1.4
De vordering van Geldrop Banen in hoger beroep luidt:
"(…) bij arrest voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(…)
in conventie:
Grenke alsnog in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar vorderingen alsnog af te wijzen dan wel haar deze te ontzeggen, met veroordeling van Grenke om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Geldrop Banen terug te betalen al hetgeen Geldrop Banen in het kader van de vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant reeds aan Grenke heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke vertragingsrente daarover vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
in (voorwaardelijke) reconventie:
primair:
- te verklaren voor recht dat de overeenkomst tussen Geldrop Banen en Grenke is vernietigd c.q. ontbonden, dan wel deze overeenkomst bij het in deze te wijzen vonnis te vernietigen dan wel te ontbinden;
- te verklaren voor recht dat al hetgeen Geldrop Banen in het kader van de alsdan vernietigde overeenkomst aan Grenke heeft voldaan onverschuldigd is betaald;
- Grenke te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Geldrop Banen te betalen een bedrag van € 2.142,00 inclusief BTW;
- althans te verklaren voor recht dat ingeval van ontbinding van de overeenkomst partijen over en weer van hun verplichtingen zijn bevrijd en op Geldrop Banen geen betalingsverplichting meer rust;
subsidiair:
- te verklaren voor recht dat tussen partijen geen rechtshandeling tot stand is gekomen en dat evenmin een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan op Grenke een verplichting tot ongedaanmaking rust;
- Grenke te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Geldrop Banen te betalen een bedrag van € 2.142,00 inclusief BTW;
zowel primair als subsidiair:
- Grenke te veroordelen de cardioscan met toebehoren op eigen kosten bij Geldrop Banen op te halen.
in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie:
met veroordeling van Grenke in de kosten van de conventionele en de reconventionele procedure in beide instanties, salaris advocaat daaronder begrepen."

2.De feiten

2.1
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
2.2
Geldrop Banen drijft een sportschool te Geldrop.
2.3
Verzekerd Fit Polis B.V. (hierna: Verzekerd Fit Polis) was een onderneming die zich toelegde op zakelijke dienstverlening aan sportscholen en fitnesscentra. Enig bestuurder en aandeelhouder was de heer [A] (hierna: [A] ).
2.4
Touch 'n Lease B.V., kantoorhoudende te Zeist, (hierna: Touch 'n Lease) is een onderneming die volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel diensten als tussenpersoon verleent tussen partijen die een huur/verhuurovereenkomst met elkaar willen aangaan en ook zelfstandig optreedt als leasemaatschappij.
2.5
Geldrop Banen is op enig moment in 2010 benaderd door Verzekerd Fit Polis over het volgende. Verzekerd Fit Polis had een concept ontwikkeld, dat eruit bestond in samenwerking met zorgverzekeraars zogenaamde bodychecks aan te bieden aan leden en potentiële leden van sportscholen/fitnesscentra en kortingen te geven op fitnessabonnementen. Geldrop Banen kon hierin participeren middels een franchise-/samenwerkingsovereenkomst. Geldrop Banen zou op grond van deze overeenkomst gebiedsbescherming krijgen en Verzekerd Fit Polis zou de marketing verzorgen. Voorwaarde voor deelname aan het zogenoemde bodycheck-project was dat Geldrop Banen een cardioscan met toebehoren zou aanschaffen of leasen. Daartoe heeft Verzekerd Fit Polis een leverancier, Meditronics, en een financieringsmaatschappij, Grenke, aangezocht.
2.6
Op of omstreeks 22 februari 2011 is een franchiseovereenkomst tussen Verzekerd Fit Polis en Geldrop Banen tot stand gekomen. Deze overeenkomst bevat voor Verzekerd Fit Polis (onder meer) de verplichting om aan Geldrop Banen een maandelijkse vergoeding van € 150,- (exclusief btw) voor de (huur van de) cardioscan met toebehoren te betalen en voor Geldrop Banen (onder meer) de verplichting om als een goed huisvader voor de hard- en software te zorgen.
2.7
Nadat Geldrop Banen een door Meditronics ingevuld leasecontract had ondertekend, is op of omstreeks 21 maart 2011 een lease-/huurovereenkomst ter zake van een cardioscan met toebehoren tussen Grenke en Geldrop Banen tot stand gekomen. Grenke heeft in dat kader de cardioscan inclusief software en toebehoren, alsmede een computer met toebehoren, bestaande uit onder meer een monitor, printer, muis, toetsenbord, verschillende software, computermeubel, alsmede een bloeddrukmeter, lengtemeter, personenweegschaal en elektroden van Meditronics gekocht. Blijkens een door Geldrop Banen ondertekende afgiftebevestiging d.d. 21 maart 2011 heeft Meditronics op of omstreeks die datum het leaseobject, omschreven als "desktop met toebehoren" en "cardioscan incl. software", bij Grenke afgeleverd.
2.8
In het leasecontract staat, voor zover hier van belang, het volgende:
"Basishuurperiode:maanden 60 maandelijks leasetermijn netto 150,00 EUR
plus wettelijke BTW 28,50 EUR
maandelijks bruto leasetermijn 178,50 EUR
(…)
Ik ga / wij gaan akkoord met de algemene leasevoorwaarden zoals hierboven en op de keerzijde beschreven. (…)
Er zijn geen andere, afwijkende regelingen of nevenakkoorden overeengekomen. De lessor wijst erop dat de leverancier of andere derden niet het recht hebben afspraken te maken die afwijken van de contractuele tekst of toezeggingen te doen of de lessor op een andere manier te vertegenwoordigen. (…)"
2.9
In de op de leaseovereenkomst toepasselijke algemene voorwaarden staan, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen:
"(…)
Artikel 8 Facturering en betaling(…)
8.4 Het door de Lessee toepassen van korting of compensatie op de verschuldigde leasetermijnen, dan wel opschorting van de betaling is niet toegestaan.
(…)
8.7 Indien de Lessee in gebreke of in verzuim is in de (tijdige) nakoming van haar verplichtingen of indien Lessee Lessor ten onrechte in rechte heeft aangesproken of indien de kosten om andere redenen voor rekening van Lessee komen, dan komen alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van de Lessee. De buitengerechtelijke kosten worden berekend op basis van de berekeningsmethode volgens Rapport Voorwerk II, en worden begroot op 2 punten van het liquidatietarief, welke kosten conform hetzelfde Rapport Voorwerk gemaximeerd worden tot 15% van de hoofdsom, met een absoluut minimum van € 250,- exclusief BTW. (…)
(…)
Artikel 17 Redenen voor ontbindingIndien Lessee niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt dan wel indien gegronde vrees bestaat dat Lessee niet in staat is of zal zijn enige verplichting, welke voor hem uit de overeenkomst voortvloeit, na te komen, (…), is Lessee van rechtswege in verzuim en is Lessor gerechtigd zonder enige verplichting tot schadevergoeding en onverminderd de aan Lessor verder toekomende rechten, zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst daartoe vereist is, het Leasecontract geheel of gedeeltelijk te ontbinden dan wel de (verdere) uitvoering van de overeenkomst op te schorten. Lessor is in die gevallen voorts gerechtigd onmiddellijke voldoening van het ons toekomende te vorderen.
Artikel 18 Gevolgen van ontbinding18.1 Bij beëindiging van het Leasecontract verliest Lessee onmiddellijk het recht op gebruik van het Leaseobject.
18.2 Indien de Lessor gebruik maakt van zijn recht op ontbinding (…), dan heeft de Lessor recht op betaling van de voor de totale leasetijd nog uitstaande leasetermijnen. (…)
18.3 De Lessee is verplicht na ontbinding het Leaseobject onmiddellijk op zijn kosten en op eigen risico terug te geven. (…)
(…)"
2.1
Dergelijke lease/huurcontracten hebben Meditronics en Grenke met diverse sportscholen in Nederland gesloten.
2.11
In een e-mail van 3 mei 2011 schrijft de heer [B] van Touch 'n Lease aan mevrouw [C] van SHK, één van de andere betrokken sportscholen, (onder meer) het volgende:
"(…) Wij hebben inderdaad wel contact gehad met een aantal van uw collega's maar wij zijn niet de leasemaatschappij. Wij worden ingehuurd door Verzekerd Fit Polis en Meditronics om de afhandeling van de leasecontracten te verzorgen.
Daar wij zijdelings zijn betrokken kunnen wij alleen signaleren en doorgeven aan de betreffende partijen om tot oplossingen te komen. Ook GrenkeFinance, de leasemaatschappij is in zoverre betrokken dat zij de investering rond de Cardioscan in een lease onderbrengen. Zij zijn dus ook niet deel van het Franchiseconcept van VerzekerdFitPolis.
Wat ik u wel kan melden is dat er afgelopen week op initiatief van Grenke een meeting is geweest met
VerzekerdFitPolis over de voortgang van het concept wat betreft de leasecontracten die daarbij worden gebruikt en zijn er duidelijk afspraken gemaakt. Vanuit ons moet ik ook alleen bevestigen dat Grenke een direct leasecontract afsluit wat losstaat van het Franchisemodel. (…)"
2.12
Bij e-mail van 17 mei 2011 heeft [A] aan Geldrop Banen meegedeeld dat de activiteiten, alsmede alle rechten en plichten van Verzekerd Fit Polis met terugwerkende kracht per 1 januari 2011 zijn overgenomen door Bodycheck Nederland B.V. (hierna: Bodycheck Nederland). Ook van deze vennootschap was [A] enig bestuurder en aandeelhouder.
2.13
Bij e-mail van 23 mei 2011 heeft Bodycheck Nederland aan Geldrop Banen meegedeeld dat het bodycheck-concept is veranderd en dat voor deelname aan het nieuwe concept een nieuwe overeenkomst moet worden ondertekend. Geldrop Banen heeft dit contract niet ondertekend.
2.14
Bij brief van 23 maart 2012 heeft de gemachtigde van Geldrop Banen aan Grenke (onder meer) het volgende geschreven:
"Tot mij hebben zich diverse sportscholen en fitnesscentra gewend met het verzoek hun belangen te behartigen. Cliënten zijn (via Verzekerd Fit Polis B.V. dan wel Bodycheck Nederland B.V., althans via de heer [A] ) met u een leaseovereenkomst aangegaan. Namens cliënten deel ik u hierbij mede dat zij tot nader bericht de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten opschorten in verband met de toerekenbare tekortkoming aan de zijde van resp. Verzekerd Fit Polis B.V. dan wel Bodycheck Nederland B.V., althans de heer [A] in de met die leaseovereenkomsten samenhangende overeenkomsten. (…)"
2.15
Geldrop Banen heeft de leasetermijnen vanaf maart 2012 onbetaald gelaten.
2.16
Bij brief van 16 juli 2012 heeft Grenke de leaseovereenkomst met Geldrop Banen ontbonden. Daarbij is Geldrop Banen aangemaand om binnen vijf dagen over te gaan tot betaling van het aan Grenke verschuldigde bedrag ad € 8.472,80.
2.17
Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel handelt
Bodycheck Nederland sinds 14 januari 2013 onder de naam BAZ Invest B.V.
2.18
Bij brief van 7 mei 2013 heeft de gemachtigde van Geldrop Banen, mede namens diverse andere sportscholen en fitnesscentra, aan [A] , Verzekerd Fit Polis en BAZ Invest B.V. (onder meer) het volgende geschreven:
"(…) Cliënten hebben u eerder reeds afzonderlijk en gezamenlijk aangesproken op diverse tekortkomingen aan de kant van u en uw ondernemingen, waaronder in het bijzonder (maar niet uitsluitend beperkt tot) het niet uitkeren van de maandelijkse vergoedingen voor de leasekosten, het niet verlenen van de overeengekomen gebiedsbescherming en het uitblijven van de door u, althans uw ondernemingen, toegezegde effectieve marketingcampagne.
U heeft cliënten meermalen beterschap beloofd zonder daadwerkelijk uw verplichtingen jegens cliënten na te komen. In diverse e-mails heeft u erkend dat niet aan de verplichtingen is voldaan.
Voorts heeft u cliënten geen juiste voorstelling van zaken gegeven met betrekking tot het bodycheck-concept, de daaraan wel of niet gelieerde ondernemingen, de samenhang tussen de diverse ondernemingen en het kostenplaatje.
Cliënten hebben bij het aangaan van zowel de overeenkomsten met uw ondernemingen als die met de
leasemaatschappijen op de hiervoor genoemde voor cliënten essentiële punten gedwaald als gevolg van de daarover door dan wel namens u gedane mededelingen. Indien cliënten een juiste voorstelling van zaken zouden hebben gehad, hadden zij de overeenkomsten met zowel uw ondernemingen als de leasemaatschappijen niet, althans niet onder de huidige voorwaarden gesloten.
Primair stellen cliënten zich op het standpunt dat de overeenkomsten middels bedrog tot stand zijn gekomen, dan wel dat zij bij het aangaan van de overeenkomsten hebben gedwaald, op grond waarvan zij middels dit schrijven buitengerechtelijk overgaan tot vernietiging van die overeenkomsten, met dien verstande dat de vernietiging zich niet uitstrekt tot de in de overeenkomsten opgenomen vrijwaringsbedingen.
Subsidiair stellen cliënten zich op het standpunt dat u reeds (lang) in verzuim verkeert. Slechts voor zover nodig verzoek en sommeer ik u langs deze weg nogmaals uw verplichtingen uit de met cliënten gesloten overeenkomsten, in het bijzonder maar niet beperkt tot de uitbetaling van de gehele vergoedingen ter zake van de leasekosten, terstond, althans binnen 2 dagen na heden, na te komen. (…)Reeds nu voor alsdan gaan cliënten middels dit schrijven over tot buitengerechtelijke ontbinding van de met uw onderneming(en) gesloten overeenkomsten met dien verstande dat de ontbinding zich niet uitstrekt tot de in de overeenkomsten opgenomen vrijwaringsbedingen.(…)"
2.19
Verzekerd Fit Polis is per 20 maart 2012 uitgeschreven uit het handelsregister, BAZ Invest B.V. per 2 januari 2015.

3.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg

3.1
Grenke heeft in eerste aanleg bij dagvaarding in de hoofdzaak in conventie gevorderd:
"(…) bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden hoofdelijk en ieder voor het geheel aldus dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen:
I. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Grenke te voldoen een bedrag van € 9.503,78
(…), vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW althans 6:119 BW over € 8.472,80 vanaf 5 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een door u in goede justitie te bepalen bedrag;
II. om de door Grenke aan Geldrop Banen geleasede apparatuur als hiervoor in punt 6 omschreven, binnen 2 dagen na betekening van het te wijzen vonnis aan Grenke af te geven en/of ter beschikking te stellen,
a. a) zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat gedaagde hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,=, althans door u in goede justitie te bepalen bedragen;
b) bij gebreke waarvan Geldrop Banen dient te gehengen en te gedogen dat Grenke zich de feitelijke macht over vorenbedoelde aan gedaagde geleasede apparatuur zal verschaffen, desnoods met behulp van de sterke arm van justitie en politie, met de kosten daarvan ten laste van Geldrop Banen;
III. in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde van Grenke daaronder
begrepen."
3.2
Geldrop Banen heeft in eerste aanleg in (voorwaardelijke) reconventie gevorderd (bij vonnis voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad):
"
primair:
- te verklaren voor recht dat de overeenkomst tussen Geldrop Banen en Grenke is vernietigd c.q. ontbonden, dan wel deze overeenkomst bij dit vonnis te vernietigen dan wel te ontbinden;
- te verklaren voor recht dat al hetgeen Geldrop Banen in het kader van de alsdan vernietigde overeenkomst aan Grenke heeft voldaan onverschuldigd is betaald;
- Grenke te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Geldrop Banen te betalen een bedrag van € 1.405,00 exclusief BTW, zijnde € 1.671,95 inclusief BTW;
- althans te verklaren voor recht dat ingeval van ontbinding van de overeenkomst partijen over en weer van hun verplichtingen zijn bevrijd en op Geldrop Banen geen betalingsverplichting meer rust;
subsidiair:
- te verklaren voor recht dat tussen partijen geen rechtshandeling tot stand is gekomen en dat evenmin een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan op Grenke een verplichting tot ongedaanmaking rust;
- Grenke te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Geldrop Banen te betalen een bedrag van € 1.405,00 exclusief BTW, zijnde € 1.671,95 inclusief BTW;
zowel primair als subsidiair:
- Grenke te veroordelen de cardioscan met toebehoren op eigen kosten bij Geldrop Banen op te halen.
in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie:Grenke te veroordelen in de kosten van deze procedure, salaris gemachtigde daaronder begrepen."
3.3
Bij akte overlegging producties in conventie en reconventie tevens akte wijziging /aanvulling van eis in (voorwaardelijke) reconventie heeft Geldrop Banen haar eis in die zin vermeerderd dat zij terugbetaling van € 2.142,- inclusief btw vordert.
3.4
Bij conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende akte voorwaardelijke vermeerdering van eis heeft Grenke haar vordering in conventie aangevuld met vorderingen voor het geval de leaseovereenkomst als vernietigd dan wel ontbonden moet worden beschouwd of wordt vernietigd dan wel ontbonden.
3.5
De kantonrechter heeft de vorderingen van Grenke in conventie grotendeels toegewezen en de vorderingen van Geldrop Banen in reconventie afgewezen. De vrijwaringszaak is verder niet in het eindvonnis betrokken.

4.De omvang van de rechtsstrijd in hoger beroep

4.1
Het hoger beroep is ingesteld tegen de vonnissen d.d. 14 maart 2013 (verwijzingsincident), 23 mei 2013 (vrijwaringsincident) en tegen het eindvonnis in de hoofdzaak d.d. 9 januari 2014. Aangezien Geldrop Banen geen grieven heeft opgeworpen tegen het vonnis in het vrijwaringsincident, dient het hoger beroep in zoverre te worden verworpen. Daarbij leest het hof grief III als gericht tegen het eindvonnis van 9 januari 2014, aangezien in het vonnis in het vrijwaringsincident van 23 mei 2013 de beslissing omtrent de kosten van het incident is aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak.

5.De beoordeling van de grieven en de vordering

5.1
Grief Iklaagt over de feitenvaststelling door de kantonrechter.
5.2
Aangezien het hof de feiten zelf opnieuw heeft vastgesteld, waarbij rekening is gehouden met de in
grief Ivervatte klachten, heeft Geldrop Banen geen belang bij een afzonderlijke bespreking van deze grief.
Kern van het geschil
5.3
Kern van het geschil betreft de vraag of de franchiseovereenkomst tussen Verzekerd Fit Polis en Geldrop Banen enerzijds en de leaseovereenkomst tussen Grenke en Geldrop Banen anderzijds zodanig samenhangen dat tekortkomingen in de nakoming van de franchiseovereenkomst door Verzekerd Fit Polis, in het bijzonder het gestelde - door Grenke betwiste - niet betalen van de overeengekomen maandelijkse vergoeding van € 150,- exclusief btw, meebrengen dat Geldrop Banen bevoegd was tot opschorting van haar betalingsverplichtingen uit hoofde van de leaseovereenkomst met Grenke. De kantonrechter heeft deze vraag ontkennend beantwoord. Tegen dit oordeel zijn de
grieven V en VIgericht.
5.4
Geldrop Banen beroept zich, samengevat, op de volgende - door Grenke niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwiste - omstandigheden.
De lease van een cardioscan door Geldrop Banen was gekoppeld aan de deelname door Geldrop Banen aan het bodycheck-concept van Verzekerd Fit Polis, vastgelegd in de franchiseovereenkomst. Verzekerd Fit Polis heeft Meditronics ingeschakeld voor de levering van de bodyscan. Meditronics beschikte over aanvraagformulieren voor een leaseovereenkomst met Grenke en heeft - via Verzekerd Fit Polis ( [A] ) - een vooraf ingevuld leasecontract aan Geldrop Banen ter hand gesteld. Geldrop Banen heeft het leasecontract ondertekend en heeft dit - via Verzekerd Fit Polis ( [A] ) - aan Meditronics doen toekomen. Er is in die fase nooit rechtstreeks contact geweest tussen Geldrop Banen enerzijds en Meditronics en/of Grenke anderzijds. Ter uitvoering van de aldus tot stand gekomen leaseovereenkomst heeft Grenke de aan Geldrop Banen te verhuren cardioscan gekocht van Meditronics. Verzekerd Fit Polis was krachtens de franchiseovereenkomst jegens Geldrop Banen verplicht tot maandelijkse vergoeding aan Geldrop Banen van een bedrag dat overeenkwam met de leaseprijs.
5.5
Bij de beantwoording van de onderhavige vraag neemt het hof tot uitgangspunt de jurisprudentie van de Hoge Raad met betrekking tot de samenhang tussen een huurkoopovereenkomst en een financieringsovereenkomst waarbij de derde/financier zich heeft verbonden rechtstreeks aan de huurverkoper te betalen. Deze overeenkomsten kunnen, ook indien zij als afzonderlijke overeenkomsten moeten worden beschouwd, zozeer met elkaar zijn verbonden dat vernietiging of ontbinding van de huurkoopovereenkomst noodzakelijkerwijs tot gevolg heeft dat de financieringsovereenkomst evenmin in stand kan blijven. Aan de hand van uitleg van de rechtsverhouding in het licht van de omstandigheden moet worden vastgesteld of die verbondenheid in het gegeven geval moet worden aanvaard. Aangenomen moet worden dat ook een opschortingsrecht vanwege een tekortkoming van de leverancier tegen de financier kan worden ingeroepen ingeval een zodanige verbondenheid moet worden aanvaard (HR 23 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2555, HR 14 januari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4279). Bepalend is of er een zodanig nauwe feitelijk-economische samenhang bestaat tussen de huurkoopovereenkomst en de financieringsovereenkomst, dat de tekortkoming in de huurkoopovereenkomst naar redelijkheid en billijkheid de door de lessee gevorderde ontbinding van de financieringsovereenkomst rechtvaardigt, ook al is de ontbinding van de huurkoopovereenkomst niet uitdrukkelijk mede gevorderd (HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3162).
5.6
In het onderhavige geval staat als niet dan wel onvoldoende (gemotiveerd) weersproken vast dat Grenke niet betrokken was bij het bodycheck-project en dat Meditronics en/of Verzekerd Fit Polis en/of [A] niet bevoegd waren om in het kader van het bodycheck-project namens Grenke afspraken te maken die het bestek van de leaseovereenkomst te buiten gingen. Beoordeeld dient te worden of niettemin sprake is geweest van een jegens Geldrop Banen opgewekte en aan Grenke toe te rekenen schijn daarvan. Anders dan Grenke betoogt, staat het enkele feit dat in het leasecontract staat dat "de leverancier of andere derden niet het recht hebben afspraken te maken die afwijken van de contractuele tekst of toezeggingen te doen of de lessor op een andere manier te vertegenwoordigen" op zichzelf niet in de weg aan het toerekenen van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Bepalend hiervoor zijn alle omstandigheden ten tijde van de totstandkoming van de leaseovereenkomst.
5.7
Het hof is, anders dan Geldrop Banen betoogt, van oordeel dat de omstandigheid dat Grenke blanco aanvraagformulieren voor een leaseovereenkomst aan Meditronics ter beschikking heeft gesteld en daarmee "het risico heeft genomen" dat deze in handen zouden komen van een derde, te weten Verzekerd Fit Polis ( [A] ), op zichzelf ontoereikend is om te kunnen oordelen dat ten opzichte van Geldrop Banen sprake is van een aan Grenke toe te rekenen schijn van betrokkenheid bij het bodycheck-concept en/of een aan Grenke toerekenbare schijn van bevoegdheid van Verzekerd Fit Polis ( [A] ) om haar in dat kader te vertegenwoordigen. Ook het feit dat Grenke een vaste relatie met Meditronics had en dat Meditronics op haar beurt een vaste relatie met Verzekerd Fit Polis zou hebben, is daarvoor niet voldoende. Dat Grenke mogelijk in een betrekkelijk korte periode een groot aantal aanvragen voor cardioscans heeft ontvangen, maakt dit niet anders. Grenke hoefde zich naar het oordeel van het hof bij de totstandkoming van de afzonderlijke leaseovereenkomsten niet te verdiepen in de achtergrond van die aanvragen en de wijze waarop die aanvragen tot stand zijn gekomen. Een dergelijke onderzoeksplicht gaat de rol van Grenke als financier/verhuurder van de cardioscans te buiten. Dat Grenke op een gegeven moment op de hoogte is geraakt van de connectie tussen Verzekerd Fit Polis, althans [A] , en Meditronics en de wijze waarop zij de leaseovereenkomst van Grenke "verkochten" in samenhang met de overeenkomst van Verzekerd Fit Polis, brengt in het voorgaande geen verandering. Dit feit is naar het oordeel van het hof ontoereikend voor het aannemen van een aan Grenke toe te rekenen schijn van betrokkenheid bij het bodycheck-project.
5.8
Ook de overige omstandigheden rechtvaardigen niet het oordeel dat in dit geval sprake is van een zodanig feitelijk-economische samenhang tussen de beide overeenkomsten, dat (een) tekortkoming(en) van Verzekerd Fit Polis in de nakoming van haar verplichtingen uit de franchiseovereenkomst opschorting door Geldrop Banen van haar verplichtingen uit de leaseovereenkomst met Grenke kon(den) rechtvaardigen. De leaseovereenkomst staat daarvoor in de omstandigheden van het geval in een te ver verwijderd verband met de franchiseovereenkomst, hetgeen Geldrop Banen als professionele marktpartij redelijkerwijs heeft dienen te begrijpen. Dat bij Geldrop Banen de - door Verzekerd Fit Polis gewekte - indruk bestond dat sprake was van een totaalpakket, bestaande uit de franchiseovereenkomst en de leaseovereenkomst, dient dan ook in de verhouding tussen Geldrop Banen en Grenke voor rekening van Geldrop Banen te blijven.
5.9
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Geldrop Banen niet bevoegd was tot opschorting van de nakoming van haar betalingsverplichtingen jegens Grenke vanwege het uitblijven van de betaling van de maandelijkse vergoeding door Verzekerd Fit Polis.
5.1
De
grieven V en VIfalen.
5.11
Uit het voorgaande volgt dat de gestelde - door Grenke betwiste - vernietiging dan wel ontbinding van de franchiseovereenkomst wegens dwaling respectievelijk een tekortkoming, niet tot gevolg heeft dat de leaseovereenkomst hetzelfde lot is beschoren. De
primaireonderdelen van
grief VIIIen van
grief IXfalen derhalve eveneens.
5.12
Grief VIIis gericht tegen de verwerping door de kantonrechter van het beroep op wilsontbreken. Geldrop Banen betoogt, kort weergegeven, dat haar wil niet gericht is geweest op een 'zelfstandige' overeenkomst met Grenke en dat Grenke er evenmin gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat Geldrop Banen de leaseovereenkomst 'los' van de franchiseovereenkomst wilde aangaan.
5.13
Het hof overweegt dienaangaande dat van wilsontbreken in eigenlijke zin geen sprake is. De wil van Geldrop Banen was immers gericht op het aangaan van een leaseovereenkomst met Grenke, zodat deze overeenkomst door wilsovereenstemming tot stand is gekomen (artikel 3:33 BW). Het betoog van Geldrop Banen komt in wezen neer op een beroep op dwaling: zij is de leaseovereenkomst met Grenke aangegaan in de (achteraf bezien onjuiste) veronderstelling dat het bodycheck-concept zou slagen, dat de cardioscan haar niets zou kosten en dat zij daarvan uiteindelijk eigenaar zou worden. Ook het beroep op dwaling is door de kantonrechter verworpen. Hiertegen is het
subsidiairegedeelte van
grief VIIIgericht.
5.14
Het hof overweegt dienaangaande dat van (rechtens relevante) dwaling sprake is, indien - kort weergegeven - sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken bij het aangaan van de overeenkomst, zonder welke de dwalende de overeenkomst niet zou hebben gesloten, hetgeen aan de wederpartij kenbaar was, en voorts (a) de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, en/of (b) aan een schending van diens spreekplicht en/of (c) sprake is van wederzijdse dwaling (artikel 6:228 lid 1 BW). Geen van de genoemde dwalingsgronden doet zich hier voor. Anders dan Geldrop Banen betoogt, kunnen handelingen en gedragingen van Verzekerd Fit Polis in dit verband niet worden toegerekend aan Grenke. Verzekerd Fit Polis handelde niet krachtens een volmacht van Grenke, zodat deze toerekening in ieder geval niet krachtens artikel 3:66 BW plaatsvindt. Ook bieden de omstandigheden waaronder de leaseovereenkomst tot stand is gekomen, geen dan wel onvoldoende grond om Verzekerd Fit Polis wat dit betreft te vereenzelvigen met Grenke. Dat Verzekerd Fit Polis aan Geldrop Banen zou hebben meegedeeld dat zij aan het einde van de overeenkomst eigenaar zou kunnen worden van de cardioscan-apparatuur, hetgeen niet zo bleek te zijn, kan derhalve niet aan Grenke worden toegerekend. Het hof passeert dan ook het hierop betrekking hebbende bewijsaanbod van Geldrop Banen als niet ter zake dienend.
Voor zover Geldrop Banen de dwaling baseert op onjuiste verwachtingen ten aanzien van de deugdelijke nakoming door Verzekerd Fit Polis, stuit dit reeds af op het feit dat het gaat om dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft (artikel 6:228 lid 2 BW).
5.15
Grief VIIen het
subsidiairegedeelte van
grief VIIIfalen derhalve.
5.16
Het
subsidiairegedeelte van
grief IXhoudt in dat, ook bij gebrek aan voldoende samenhang met de franchiseovereenkomst, de leaseovereenkomst moet worden ontbonden, gelet op de aan Grenke toerekenbare tekortkomingen, onder meer bestaande uit het niet naar behoren functioneren van de geleasede apparatuur.
Grief Xis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat ten aanzien van het door Geldrop Banen gestelde niet (goed) functioneren van de cardioscan niet tijdig is geklaagd en dat de gestelde gebreken niet voldoende zijn onderbouwd.
5.17
Het hof overweegt dienaangaande dat, nu Grenke zich heeft beroepen op schending van de zogenoemde klachtplicht (artikel 6:89 BW), het op de weg van Geldrop Banen ligt om gemotiveerd te stellen en zo nodig te bewijzen dat, wanneer en bij wie zij heeft geklaagd over de gestelde ondeugdelijkheid van de cardioscan (HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593). Geldrop Banen heeft dienaangaande gesteld dat zij heeft geklaagd bij [A] en Meditronics, omdat zij die als aanspreekpunten beschouwde en redelijkerwijs ook als zodanig mocht beschouwen. Het hof is van oordeel dat Geldrop Banen hiermee niet dan wel onvoldoende aan haar stelplicht heeft voldaan. Zij geeft immers niet aan op welk moment en over welke gebreken zij geklaagd heeft. De verwijzing door Geldrop Banen naar (onder meer) de mail van Touch 'n Lease van 3 mei 2011 (zie hiervoor onder 2.11) volstaat niet. Over klachten ten aanzien van de ondeugdelijkheid van de cardioscans met toebehoren wordt in deze mail niet gerept. De stelling van Geldrop Banen dat het "volstrekt onaannemelijk" is, dat tijdens de bijeenkomst tussen Grenke en Meditronics, waarbij ook [A] aanwezig was, niet over de gebreken aan de apparatuur is gesproken (memorie van grieven onder 166), acht het hof dan ook een ontoereikende onderbouwing voor de stelling dat zij bij [A] en/of Meditronics heeft geklaagd over de ondeugdelijkheid van de cardioscan. Het hof voegt hier nog aan toe dat in de brief aan Grenke d.d. 23 maart 2012 (zie hiervoor onder 2.14) in het geheel geen melding wordt gemaakt van gebreken aan de cardioscan. Als reden voor de opschorting van de nakoming van de verplichtingen uit de leaseovereenkomst wordt slechts genoemd "de toerekenbare tekortkoming aan de zijde van resp. Verzekerd Fit Polis B.V. dan wel Bodycheck Nederland B.V., althans de heer [A] in de met die leaseovereenkomsten samenhangende overeenkomsten".
5.18
Aldus is niet komen vast te staan dat en wanneer Geldrop Banen over gebreken van de cardioscan heeft geklaagd, terwijl zij het bestaan van deze gebreken evenmin voldoende heeft onderbouwd. Hierop stuit het beroep van Geldrop Banen op non-conformiteit van de cardioscan af.
5.19
Het
subsidiairegedeelte van
grief IXen
grief Xfalen derhalve.
5.2
Het voorgaande leidt tot de tussentijdse conclusie dat er voor Geldrop Banen geen rechtsgeldige grond bestond om de nakoming van haar betalingsverplichting jegens Grenke op te schorten. Dientengevolge heeft Geldrop Banen geen belang bij een bespreking van
grief XI, die betrekking heeft op het opschortingsverbod in de algemene voorwaarden van Grenke. Grenke heeft de leaseovereenkomst met Geldrop Banen derhalve met succes (buitengerechtelijk) ontbonden en de uit die ontbinding voortvloeiende vorderingen zijn toewijsbaar.
5.21
Grief IVhoudt in dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat het leaseobject bestaat uit alle door Grenke in de inleidende dagvaarding onder 3 genoemde zaken. Volgens Geldrop Banen bestond het leaseobject uit de cardioscan inclusief software en een desktop met toebehoren. De andere door Grenke genoemde zaken, zoals een bloeddrukmeter, lengtemeter, personenweegschaal en elektroden, worden niet in de leaseovereenkomst noch in de afgiftebevestiging genoemd en vallen derhalve niet te kwalificeren als toebehoren bij de cardioscan, aldus Geldrop Banen.
5.22
Welke zaken behoorden tot de leaseovereenkomst, is een kwestie van uitleg van de leaseovereenkomst in samenhang met de koopovereenkomst tussen Grenke en Meditronics. Het hof stelt daarbij voorop dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Het enkele feit dat zaken zoals een bloeddrukmeter, lengtemeter, personenweegschaal en elektroden niet (afzonderlijk) in de leaseovereenkomst genoemd worden, betekent derhalve niet zonder meer dat deze zaken geen onderdeel van het leaseobject uitmaken. Geldrop Banen heeft niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij naast de cardioscan inclusief software en een desktop met toebehoren tevens een bloeddrukmeter, lengtemeter, personenweegschaal en elektroden heeft ontvangen. Dat deze zaken niet op de afgiftebevestiging worden vermeld, vormt op zich een onvoldoende gemotiveerde betwisting. Naar het oordeel van het hof had Geldrop Banen, gelet op de aard van het concept waarin de bodyscan een centrale rol speelde, redelijkerwijs dienen te begrijpen dat alle zaken die zij in het kader van de leaseovereenkomst ter beschikking gesteld heeft gekregen, tot het geleasede behoorden. Een andere grond voor de levering van deze producten heeft Geldrop Banen ook niet gesteld. Wat betreft de elektroden doet hier niet aan af dat deze om hygiënische redenen bestemd waren voor verbruik; de niet gebruikte elektroden lenen zich immers voor teruggave. Geldrop Banen dient deze zaken, behoudens de gebruikte elektroden, dan ook krachtens de leaseovereenkomst (artikel 18.3 van de algemene voorwaarden) aan Grenke terug te geven.
5.23
Grief IVfaalt derhalve.
5.24
Grief XIIricht zich tegen de impliciete toewijzing door de kantonrechter van de btw-component over de door Grenke gevorderde toekomstige leasetermijnen.
5.25
Het hof overweegt dienaangaande dat voor het antwoord op de vraag of omzetbelasting verschuldigd is over een ontvangen schadevergoeding, bepalend is of de schadevergoeding moet worden aangemerkt als de vergoeding voor een door de ontvangende partij verrichte prestatie. De vergoeding die Grenke heeft ontvangen is gebaseerd op artikel 18.2 van de algemene voorwaarden (zie hiervoor onder 2.9), dat bepaalt dat zij na gebruikmaking van haar recht op ontbinding recht heeft op betaling van de over de totale leasetijd nog uitstaande leasetermijnen. Anders dan Grenke betoogt, maakt het feit dat zij de overeenkomst heeft ontbonden en daarmee 'vrijwillig' afstand heeft gedaan van het wettelijk recht nakoming van de overeenkomst te eisen, naar het oordeel van het hof nog niet dat de door haar gevorderde schadevergoeding dient te worden beschouwd als betrekkelijk tot een door haar verrichte dienst waarvoor zij een (belaste) (ontbindings)vergoeding ontvangt (vergelijk HvJ EU 18 juli 2007, C-277/05, ECLI:EU:C:2007:440). Het hof zal het gevorderde btw-bedrag ad € 1.163,48 dan ook niet toewijzen. Dat Grenke omzetbelasting, zoals zij stelt, wel heeft afgedragen, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Het hof passeert het in dit verband door Grenke gedane bewijsaanbod (memorie van antwoord in principaal appel tevens houdende grieven in incidenteel appel onder 305) als niet ter zake dienend.
5.26
Grief XIIslaagt derhalve.
5.27
Grief XIIIricht zich tegen de (impliciete) overweging in het eindvonnis van de kantonrechter dat de door Grenke gevorderde administratiekosten voor toewijzing in aanmerking komen.
5.28
Grenke vordert € 100,- administratiekosten als onderdeel van het volgens haar in hoofdsom verschuldigde bedrag van € 8.472,80. Daarnaast vordert zij op grond van artikel 8 lid 7 van de algemene voorwaarden (zie hiervoor onder 2.9) een bedrag van € 768,- (2 punten in liquidatietarief I) ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, welk bedrag (ook) door de kantonrechter is toegewezen. Hiertegen is
grief XIVgericht. Het hof zal deze grieven tezamen behandelen.
5.29
Het hof stelt vast dat het Besluit van 27 maart 2012, houdende regels ter normering van de vergoeding voor kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten) niet van toepassing is, aangezien het verzuim van Geldrop Banen dateert van vóór 1 juli 2012. Dit brengt mee dat het hof de toewijsbaarheid van het in totaal gevorderde bedrag van € 868,- (€ 100,- + € 768,-) - conform artikel 8 lid 7 van de algemene voorwaarden - zal beoordelen aan de hand van de voordien geldende normen. Naar het oordeel van het hof heeft Grenke voldoende aannemelijk gemaakt dat zij kosten heeft gemaakt als bedoeld in artikel 6:96 lid 1 sub c BW, bestaande uit (onder meer) het versturen van diverse brieven en het voeren van een bespreking door haar gemachtigde. Het hof is van oordeel dat Grenke deze kosten in redelijkheid heeft kunnen maken. Het hof zal dan ook op grond van artikel 8 lid 7 van de algemene voorwaarden ter zake van buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 768,- toewijzen. De gevorderde administratiekosten ad € 100,- zal het hof afwijzen. Het hof is van oordeel dat de vergoeding voor dergelijke kosten geacht moet worden reeds te zijn begrepen in de (forfaitaire) vergoeding voor kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
5.3
Grief XIIIslaagt, terwijl
grief XIVfaalt.
5.31
Het slagen van
grief XIIIbrengt mee dat de voorwaarde voor de vermindering van eis met € 100,- is vervuld. Dit heeft in het licht van de voorwaardelijke vermindering van eis van Grenke (memorie van antwoord onder nummer 324) overigens geen consequenties voor het dictum.
5.32
Grief XVricht zich tegen de overweging van de kantonrechter in het eindvonnis dat de vordering van Grenke betreffende de dwangsom kan worden toegewezen.
5.33
Het hof is van oordeel dat, aangezien Geldrop Banen zich in eerste instantie op het standpunt stelde dat Grenke de geleasede apparatuur op eigen kosten diende op te halen, de kantonrechter een dwangsom aan de veroordeling tot afgifte van de apparatuur heeft kunnen verbinden.
5.34
Grief XVfaalt derhalve.
5.35
Grief XVIis gericht tegen de afwijzing door de kantonrechter van de in eerste aanleg in reconventie (voorwaardelijk) ingestelde vorderingen.
5.36
Aangezien deze vorderingen steunen op dezelfde feiten en grondslagen als de - hiervoor verworpen - verweren in de oorspronkelijke conventie, faalt deze grief op de hiervoor weergegeven gronden.
5.37
Grief XVIIis gericht tegen het passeren door de kantonrechter van het bewijsaanbod van Geldrop Banen. Tevens breidt Geldrop Banen dit bewijsaanbod uit met het horen van de heren [D] en [E] , (voormalig) vennoten van All4Fit, ter zake van de (wijze van) totstandkoming van de overeenkomsten, de contacten met Grenke en [A] , alsmede ter ontkrachting van de stelling van Grenke dat zij [A] niet kende (memorie van grieven onder 227). Ter onderbouwing van dit laatste beroept Geldrop Banen zich op het vonnis d.d. 16 januari 2015 van de kantonrechter te Nijmegen (productie 8 bij de memorie van grieven).
5.38
Op de gronden die hiervoor zijn weergegeven, met name onder 5.7, passeert het hof het door Geldrop Banen gedane bewijsaanbod als niet ter zake dienend.
5.39
Grief XVIIfaalt derhalve.
5.4
Ten slotte heeft Geldrop Banen nog een drietal grieven geformuleerd met betrekking tot proceskosten.
Grief XVIIIklaagt over de proceskostenveroordeling in de hoofdzaak.
Grief IIhoudt in dat de kantonrechter in het tussenvonnis van 14 maart 2013 ten onrechte de vordering tot verwijzing heeft afgewezen en ten onrechte Geldrop Banen in de kosten van het incident ad € 250,- heeft veroordeeld.
Grief IIIricht zich tegen de proceskostenveroordeling in het vrijwaringsincident.
5.41
Aangezien Geldrop Banen in het principaal appel volledig in het ongelijk zal worden gesteld, dient de proceskostenveroordeling in eerste aanleg in stand te blijven. Dit geldt ook ten aanzien van de kosten in het verwijzings- en het vrijwaringsincident. Weliswaar is Geldrop Banen in het vrijwaringsincident in het gelijk gesteld, maar het verlies in de hoofdzaak brengt mee dat zij in de hoofdzaak tevens in de kosten van dit incident dient te worden veroordeeld. Hetzelfde geldt voor de kosten in het verwijzingsincident. Geldrop Banen heeft reeds hierom geen belang bij de grief voor zover deze inhoudt dat de kantonrechter de vordering tot verwijzing ten onrechte heeft afgewezen.
5.42
De
grieven II, III en XVIIIfalen derhalve.
De slotsom
5.43
De grieven falen met uitzondering van de grieven XII en XIII. Het hof zal het vonnis in het verwijzingsincident d.d. 14 maart 2013 bekrachtigen en het eindvonnis in de hoofdzaak d.d. 9 januari 2014 in zoverre vernietigen dat Geldrop Banen wordt veroordeeld om aan Grenke te betalen € 9.503,78 minus € 1.163,48 minus € 100,- = € 8.240,30, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over € 8.472,80 minus € 1.163,48 minus € 100,- = € 7.209,32 vanaf 5 december 2012 tot aan de dag der voldoening. Voor het overige zal het eindvonnis in de hoofdzaak worden bekrachtigd. Het hof zal Grenke veroordelen om uit hoofde van onverschuldigde betaling aan Geldrop Banen terug te betalen hetgeen zij op grond van het (gedeeltelijk) te vernietigen eindvonnis te veel heeft betaald aan Grenke, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding in hoger beroep (12 maart 2014) tot aan de dag der voldoening.
5.44
Geldrop Banen zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak vast te stellen op € 704,- aan verschotten en € 1.264,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief (2 punten in tarief I à € 632,-), te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten zoals nader in het dictum bepaald.
6.
De beslissingHet hof, rechtdoende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis in het verwijzingsincident van de kantonrechter te Eindhoven d.d. 14 maart 2013;
verwerpt het beroep tegen het vonnis in vrijwaringsincident van de kantonrechter te Eindhoven d.d. 23 mei 2013;
vernietigt het eindvonnis in de hoofdzaak van de kantonrechter te Eindhoven d.d. 9 januari 2014 voor zover Geldrop Banen daarbij in conventie is veroordeeld om aan Grenke te betalen € 9.503,78 te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over € 8.472,80 vanaf 5 december 2012 tot aan de dag der voldoening;
doet in zoverre opnieuw recht:
veroordeelt Geldrop Banen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Grenke te betalen een bedrag van € 8.240,30, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over € 7.209,32 vanaf 5 december 2012 tot aan de dag der voldoening;
bekrachtigt genoemd eindvonnis in de hoofdzaak voor het overige;
veroordeelt Grenke om aan Geldrop Banen terug te betalen hetgeen Geldrop Banen op grond van het (gedeeltelijk) vernietigde eindvonnis te veel heeft betaald aan Grenke, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 12 maart 2014 tot aan de dag der voldoening;
veroordeelt Geldrop Banen in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 704,- aan verschotten en € 1.264,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt Geldrop Banen in de nakosten, begroot op € 131,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 68,- in geval Geldrop Banen niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest ten aanzien van de hierin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. O.E. Mulder en mr. D.J. Keur en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op
31 oktober 2017.