Uitspraak
1.[appellant1] ,
[appellant1],
2.[appellant2] ,
[appellant2],
HGB,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
in conventie:
€ 375 te vermeerderen met de rente vanaf 1 januari 2013,
het vonnis van de rechtbank Overijssel (...) te vernietigen voor zover HGB hiertegen in incidenteel appel grieven heeft opgeworpen (...) en opnieuw rechtdoende:
- i)
- ii)
- iii)
- iv)
- v)
3.De feiten
Het Patatje in [H] , bij ons bekend als [I] is naar de Fillistijnen (...). We zijn vanuit [A] met man en macht bezig om onze schade te beperken. Het huurcontract hebben we inmiddels definitief op onze naam. Morgen is de veiling van de inventaris, ook daar hebben we een bod op liggen. Dat bod van 23.000,- is door [appellant2] in privé gedaan, op advies van mr. Cammingha. Het bod is door [appellant2] gedaan in overleg met [K] van de Belastingdienst te Zwolle, maar kan op de veiling nog verder oplopen. (...) Als we als Brouwer Horeca de inventaris kopen zal een curator ons betichten van paulianeus handelen. (...) Daarnaast laten we hem[hof: de nieuwe huurder ‘ [J] ’, zijnde [J] ]
tekenen voor een lening van € 30.000,- waarmee de huidige lening en openstaande posten van de failliete vorige eigenaar worden afbetaald. [J] heeft zelf eigen geld waarmee hij de inventaris kan betalen. Hij zit zelf ook op de openbare veiling, dus weet wat het spulletje kost.”
Ik las in de Stentor dat het inderdaad een drukke zaak was, altijd bezoekers, dus ook omzet en dat men (o.a. de buren) het onbegrijpelijk vond dat die zaak zo plotseling dicht ging. Ik meen te weten dat [J] een goede exploitant is en dit klant van ons. Als het lukt prima gedaan.”
Naast de eerder aan u gestuurde hypotheekakte en het geregistreerde pandrecht hebben wij nog een vordering aan openstaande posten inzake leveranties. (...) Wij bevestigen u een bod op de inventaris en goodwill te hebben gedaan ten bedrage van € 20.000,- exclusief eventuele BTW. (...) Omdat het bedrijf zo snel mogelijk weer moet draaien verzoeken wij u zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor 1 november a.s. kontakt met ons op te nemen (...)”
Namens de heer [appellant2] hebben wij de inventaris van het patatje van u gekocht voor een bedrag van € 22.500,-. (...) De factuur voor de koop van het bedrijf kunt u richten aan [appellant2] (...) De heer [appellant2] zal binnen 5 werkdagen de betaling aan u verrichten. Wij hebben u de garantie gegeven dat wij als horecagroothandel Brouwer borg staan voor de betaling.”
Binnenkort zullen wij u de officiële stukken van huurkoop en geldlening ter tekening aanbieden. Eerst na ondertekening van deze stukken zal de transactie officieel bekrachtigd zijn.”
alle in het bedrijfspand van snackbar Het Patatje, gelegen aan de [b-straat] 351 te [H] aanwezige roerende zaken alsmede de immateriële activa verband houdende met de door gefailleerde gedreven onderneming (waaronder goodwill)”.
overeenkomstig de aan u verstrekte specificatie van 21 oktober, waarvan een kopie aan deze overeenkomst is aangehecht”. Op de koopprijs is in mindering gebracht het reeds door [J] c.s. aan [appellant2] overgemaakte bedrag van € 30.000,-. Onder het kopje “in aanmerking nemende” staat in de aanhef van de overeenkomst onder meer het volgende:
dat verkoper beschikt over de eigendomsrechten van de inventaris en goodwill van het horecabedrijf snackbar cafetaria (...),
Zoals met u overeengekomen bedraagt de huurkoopprijs van cafetaria “de Hollewand” te [M] de somma van € 130.000,-. De financierder die aanvankelijk deze transactie zou behandelen heeft te kennen gegeven zich, gelet op de inmiddels ontstane problemen, te willen terugtrekken. Een nieuwe financierder heeft toegezegd tot overname bereid te zijn. Ik hou u van de voortgang daarvan op de hoogte.
Eerder vandaag hebben wij u geconfronteerd met de bevindingen van diverse onderzoeken, waaruit onder meer is gebleken dat u zelfstandig, dan wel in samenwerking met de heer [appellant2] , onbevoegd en zonder toestemming gebruik heeft gemaakt van de naam en briefpapier van Brouwer Horecagroothandel B.V. Op die wijze bent u ten behoeve van eigen gewin overeenkomsten aangegaan met meerdere klanten van Brouwer Horecagroothandel B.V. (hierna: Brouwer).
- “Het Patatje”
- “t Knienehol”
- “t Hattems Stekkien”
- “t Schimmeltje”
- “Happy Appie”
4.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
- [appellant1] van € 1.198.397,- wegens schadevergoeding, € 17.834,77 wegens eindafrekening van het dienstverband en € 25.729,17 bij wege van voorschot tantième 2012,
- [appellant2] van € 527.587,- wegens schadevergoeding, € 1.979,17 netto wegens tantième 2012 en € 1.200,- wegens vergoeding van het navigatiesysteem.
- € 51.250,- zijnde het bedrag dat [appellant1] en [appellant2] in samenspanning hebben onttrokken aan het vermogen van HGB en hebben behouden,
- € 4.956,91 excl. BTW wegens kosten getuigenverhoor, besprekingen en bestuderen stukken.
- € 16.328,29 wegens door HGB gemaakte kosten betreffende eerder tussen partijen gevoerde kort geding- en ontbindingsprocedures,
- € 18.903,64 wegens gefixeerde schadevergoeding,
- € 3.000,- wegens “Het Knienehol”,
- € 5.888,80 netto wegens ten onrechte uitbetaald salaris,
- € 14.056,82 excl. BTW wegens door HGB gemaakte kosten betreffende eerder tussen partijen gevoerde kort geding- en ontbindingsprocedures,
- € 10.484,10 wegens gefixeerde schadevergoeding.
5.De beoordeling in hoger beroep
grieven II t/m XI in het principaal appelkomen [appellant1] en [appellant2] tegen dit oordeel op. Het hof zal deze grieven gezamenlijk behandelen en eerst bespreken in het licht van de door de kantonrechter aan [appellant1] en [appellant2] gemaakte verwijten ten aanzien van de klanten “Het Patatje” en “Het Knienehol”.
grief I in het principaal appelkomen [appellant1] en [appellant2] tegen dit oordeel op. [appellant1] en [appellant2] voeren aan dat de werkelijke reden voor het aan hen gegeven ontslag is de voorgenomen verkoop van HGB en het behoud van het convenant fiscaal horizontaal toezicht dat de Brouwerhandelsgroep met de Belastingdienst heeft gesloten.
grief XII in het principaal appelwordt verwezen naar de beslissing van de kantonrechter op de nevenvorderingen van [appellant2] in randnummer 10.2 van het bestreden vonnis. In dat randnummer heeft de kantonrechter de vordering van [appellant2] op een voorschot op de tantième over 2012 afgewezen en de vordering van [appellant2] tot vergoeding van het door HGB behouden navigatiesysteem beperkt tot € 500,-. In de toelichting bij grief XII heeft [appellant2] geen kenbare grief tegen de beslissing van de kantonrechter tot afwijzing van het voorschot op de tantième over 2012 geformuleerd, zodat daarop in hoger beroep niet behoeft te worden beslist. Met
grief 2 in het incidenteel appelkomt HGB op tegen de beslissing van de kantonrechter het navigatiesysteem voor een bedrag van € 500,- te vergoeden. Het hof zal eerst deze grief in het incidenteel appel behandelen.
Het Schimmeltje” in randnummer 13.1 van het vonnis afgewezen. Tegen dit oordeel komen [appellant2] en [appellant1] met
grief XIII in het principaal appelen HGB met
grief 3 in het incidenteel appelop.
De Zuidert” in Emmeloord. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [appellant1] en [appellant2] gezamenlijk aan HGB hebben te betalen het op 6 juni 2012 op de privé bankrekening van [appellant2] overgemaakte bedrag van € 25.000,-. Met
grief XIV in het principaal appelkomen [appellant1] en [appellant2] tegen deze beslissing van de kantonrechter op.
grief 4 in het incidenteel appelkomt HGB tegen deze beslissing op.
grief XV in het principaal appelkomt [appellant2] tegen dit oordeel op.
grief XV in het principaal appelslaagt.
grief XVI in het principaal appelkomen [appellant1] en [appellant2] tegen dit oordeel op.
grief 1 in het incidenteel appelkomt HGB tegen dit oordeel op.
6.Slotsom
mr. D.H. de Witte, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen in de maanden oktober tot en met december 2017 zullen opgeven op de roldatum van 12 september 2017 waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;