2.3De conclusie van de memorie van antwoord, tevens vermeerdering van eis, luidt om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
"1. het vonnis van de Rechtbank (...) te bekrachtigen;
2. opnieuw rechtdoende de vorderingen bij vermeerdering van eis door [appellant] allen af te wijzen;
3. de vorderingen van geïntimeerde
bij vermeerdering van eisuitvoerbaar bij voorraad toe te wijzen inhoudende;
4.
Primairverzoekt [geïntimeerde] uw hof uit te gaan van de waardebepaling van makelaar [B] en
Subsidair, ingeval uw hof van mening is, dat het recht op hoor en wederhoor is geschonden, de man de gelegenheid krijgt om zijn opmerkingen over dit rapport alsnog aan uw hof toe te zenden, waarna de vrouw de gelegenheid krijgt om te reageren en
meer subsidiairuw hof een deskundige benoemt, waarbij [appellant] de kosten draagt van deze deskundige en uitdrukkelijk de peildatum te weten januari 2016 dient te gelden, de datum waarop de taxateur makelaar [B] heeft getaxeerd;
5. dat [appellant]
binnen 8 wekennadat het arrest is gewezen uit de woning dient te zijn vertrokken en bij gebreke waarvan de vrouw gerechtigd is tot ontruiming van de woning, desnoods met de hulp van politie en justitie;
6. [geïntimeerde] vermeerdert haar eis en vordert de helft van 80% van € 2.100 reële huuropbrengst per maand (conform berekening bodemprocedure) over de periode maart 2015 tot en met 15 maart 2016, (conform vonnis twee maanden na taxatie) in totaal € 10.500,- en vanaf 15 maart 2016 tot datum indiening van dit verweer het volledige huurbedrag van € 2.100,- in totaal 7 maanden is € 14.700,- en een bedrag van € 2.100 per maand vanaf 18 oktober 2016 tot aan datum levering van de woning aan [geïntimeerde] ;
7. vermeerdert [geïntimeerde] haar vordering met de helft van de opbrengst van de Robeco portefeuille waardoor de totale vordering die zij thans heeft op [appellant] gelijk is aan € 30.179,09 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum arrest."