Uitspraak
de curator,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
grief 4haar vordering aangevuld. De curator heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Het hof ziet ook ambtshalve geen redenen om deze vermeerdering van eis buiten beschouwing te laten, zodat het hof recht doen op de gewijzigde eis, die thans luidt als volgt:
Grief Iziet op de vaststelling van de feiten door de rechtbank: nu het hof zelf, rekening houdende met de opmerkingen van de curator, de feiten heeft vastgesteld, heeft de curator bij deze grief geen zelfstandig belang meer.
Grief IIstelt de eigendomsoverdracht van de auto’s op grond van een schenking aan de orde. De
grieven III en IVrichten zich op het oordeel van de rechtbank omtrent de (wetenschap van) benadeling.
Grief Vbouwt voort op de andere grieven en ziet op de proceskostenveroordeling in eerste aanleg van de curator.
incidenteel appelheeft [geïntimeerde] , naast de hiervoor genoemde grief 4, nog een aantal andere grieven aangevoerd. De
grieven 1, 2 en 3betreffen de vaststelling van de feiten. Met grief 3 – de vermelding van het kenteken van de Daf - heeft het hof in zijn zelfstandige vaststelling van de feiten reeds rekening gehouden. De in grief 1 geponeerde stelling dat, anders dan de rechtbank heeft vastgesteld, de schenking van de auto’s niet heeft plaatsgevonden in april 2012, maar op 12 januari 2012 is door de curator betwist, zodat het niet als vaststaand kan gelden. Het door de rechtbank vastgestelde feit (rov. 4.7) dat sprake was van een schenking onder voorwaarde heeft het hof niet overgenomen, waarmee
grief 2waarin dat aan de orde is gesteld verder geen bespreking behoeft.
Grief 5in het incidenteel appel betreft een verklaring van de advocaat van [geïntimeerde] ter comparitie in eerste aanleg. De grieven in het principaal en het incidenteel appel lenen zich aldus voor gezamenlijke beoordeling, waarbij het hof ook rekening zal houden met hetgeen in eerste aanleg is aangevoerd.
grieven III en IVdat sprake is van een vernietigbare rechtshandeling op grond van artikel 42 Fw het volgende aangevoerd. De schenking heeft geleid tot benadeling van de schuldeisers van [vennoot X] , omdat de VOF in 2011 feitelijk technisch failliet was: er was sprake van ondermaatse solvabiliteit en liquiditeit en een gering werkkapitaal. De accountant van de VOF heeft de vennoten in juli 2012 ten tijde van de vaststelling van de jaarrekening over 2011 dan ook gewaarschuwd voor deze zorgelijke financiële situatie, welke waarschuwing blijkt uit de jaarrekening. Om die reden hebben de vennoten ter afwending van privé-aansprakelijkheid gesproken over omzetting van de VOF in een besloten vennootschap. Volgens de curator vormen deze feiten en omstandigheden voldoende grond om aan te nemen dat bij [vennoot X] ten tijde van de schenking sprake was wetenschap van benadeling van zijn schuldeisers. Die benadeling vindt ook plaats omdat deze schuldeisers zich niet meer op de auto’s kunnen verhalen.
grief IIwaarin wordt opgekomen tegen het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van benadeling terecht voorgedragen.
grief IIde curator niet kan baten. Dat brengt mee dat de curator ten onrechte de faillissementspauliana heeft ingeroepen en gehouden is de Aston Martin [naam] aan [geïntimeerde] af te geven.
5.Beslissing:
22 augustus 2017in het geding dient te brengen,