Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
Het tegen voorstel van de heer [G] wordt toegelicht en de heer [A] met zijn adviseurs trekken zich terug en komen met een aangepast voorstel zijnde:
- Per direct op een geblokkeerde regeling bij de notaris € 600.000
- Uiterlijk binnen 3 à 6 maanden na overdracht nog eens een bedrag van € 400.000
- 4% lening af te lossen in 5 jaar vanaf 1 januari 2014 € 500.000
- Totaal vast deel koopsom € 1.500.000
- Earn-out gedurende zes jaar maximaal € 500.000
Totale koopsom (max) € 2.000.000
Earn
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en het gevorderde
Voorts volgt uit HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427 dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben.
grief 4wordt deze klacht wat betreft de earn-out regeling herhaald.
partijen hebben geen overeenstemming".
€ 500.000,- in de vorm van een lening, rente 4% per jaar, aflossen in 5 jaar, vanaf 1 januari 2014". Deze woorden duiden naar het oordeel van het hof puur taalkundig beschouwd eerder op aflossingen die een aanvang nemen op 1 januari 2014 en afgerond zijn op 1 januari 2019 dan op een eenmalige aflossing op 1 januari 2019.
4% lening af te lossen in 5 jaar vanaf 1 januari 2014 (60 maandelijkse termijnen)". Door [geïntimeerde] is onvoldoende gemotiveerd betwist dat dit verslag een correcte weergave is van wat er is besproken. Uit de overgelegde correspondentie blijkt ook niet dat destijds door of namens haar bezwaar is gemaakt tegen de inhoud van het verslag.
lening 4% 2014/2015 vooraf per maand 4%", met dien verstande dat partijen destijds nog geen overeenstemming hadden over de koop, de koopsom en de modaliteiten daarvan.
€ 500.000,- in de vorm van een lening, rente 4% per jaar, aflossen in 5 jaar, vanaf 1 januari 2014" bedoeld werd terug te grijpen op wat was besproken tijdens de eerdere bijeenkomsten: een maandelijkse aflossingsplicht ingaande 1 januari 2014 met een rentepercentage van 4% per jaar. Door ondertekening van dit document heeft [geïntimeerde] bij [appellant] de gerechtvaardigde verwachting gewekt dat zij daarmee instemde, zodat [geïntimeerde] daaraan is gebonden (artikel 3:35 BW).
grief 3keert [appellant] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat ter zake van de component van € 400.000,- als onderdeel van de koopsom geen rente van 4% vanaf 1 januari 2014 is overeengekomen.