Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Master Arbo,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
dinsdag 28 februari 2017voor memorie van antwoord in incidenteel appel aan de zijde van Master Arbo.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is de toelaatbaarheid van een eiswijziging in hoger beroep aan de orde. De zaak betreft een geschil tussen Master Arbo Nederland B.V. en een geïntimeerde, die in eerste aanleg een vordering had ingesteld tegen Master Arbo. In eerste instantie werd de vordering van de geïntimeerde grotendeels toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van Master Arbo werd afgewezen. In hoger beroep heeft de geïntimeerde zijn vordering vermeerderd, wat door Master Arbo werd betwist op basis van de stelling dat dit de grenzen van het geding te buiten ging en de verdediging bemoeilijkte.
Het hof overweegt dat de eiswijziging in hoger beroep is toegestaan, mits deze niet leidt tot onredelijke vertraging of bemoeilijking van de verdediging. De rolraadsheer stelt vast dat de eisvermeerdering van de geïntimeerde niet in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De rolraadsheer concludeert dat de bezwaren van Master Arbo tegen de eiswijziging ongegrond zijn en dat het hof recht zal doen op de gewijzigde eis van de geïntimeerde. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere procedure.
De uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid voor partijen in hoger beroep om hun vorderingen aan te passen en de rol van de rechter in het waarborgen van een goede procesorde. De beslissing van het hof is een bevestiging van de ruimte die partijen hebben om hun standpunten te verduidelijken en aan te passen in het hoger beroep, zonder dat dit automatisch leidt tot een onredelijke vertraging of bemoeilijking van de verdediging.