Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard met betrekking tot een ambtshalve opgelegde aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) voor het jaar 2010 en een verzuimboete van € 2.460 wegens het niet indienen van de aangifte. De Inspecteur had de aanslag en de boete gehandhaafd, maar belanghebbende stelde dat de uitspraken op bezwaar niet op de juiste wijze waren bekendgemaakt, waardoor het beroep ontvankelijk zou zijn. Het Hof oordeelde dat de uitspraken op bezwaar correct waren verzonden naar het postadres van de gemachtigde van belanghebbende, en dat het beroep niet-ontvankelijk was wegens termijnoverschrijding. Het Hof heeft echter het beroep tegen de boetebeschikking ontvankelijk verklaard, omdat de Inspecteur niet had bewezen dat belanghebbende eerder op de hoogte was van de uitspraken op bezwaar. De boete werd gehandhaafd op 50% van het wettelijke maximum, omdat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een aangifte in de bezwaarfase. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen de aanslag Vpb en de verliesvaststellingsbeschikking, en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.