Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
hierna te noemen: [appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,
[verweerders 2],
wonende te [woonplaats] ,
[verweerder 3],
wonende te [woonplaats] ,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden] ,
advocaat: mr. A.C. Mens,
en
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.B.C.R. Heemskerk,
verweerder,
hierna te noemen: [verweerder 4] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
25 oktober 2017, 30 oktober 2017 en 1 november 2017 door mr. Van der Laan ingediende
V6-formulieren meegezonden producties, de brief van 30 oktober 2017 van mr. Van der Laan (onderwerp: ‘laatste stand van zaken’) met vier producties, de brief met bijlagen van
2.3 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 november 2017, waarbij [appellant] is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn advocaat. De bewindvoerder is eveneens verschenen. Voorts waren ter zitting aanwezig [verweerder 1] en [verweerder 3] , bijgestaan door hun advocaat en [verweerder 4] , bijgestaan door zijn advocaat.
2.4 Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling is gebleken dat [geïntimeerden] en [verweerder 4] niet de beschikking hadden over de met het op 30 oktober 2017 door
3.5 Het hof heeft de beschikking gekregen over de door [appellant] aan de rechtbank bij zijn verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling overgelegde stukken. Daartoe behoort onder meer een door [appellant] opgestelde crediteurenlijst met een toelichting. In die toelichting is verwezen naar een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 26 april 2016 waarbij de echtscheiding tussen [appellant] en [verweerder 1] is uitgesproken. Een kopie van deze echtscheidingsbeschikking (tevens verdeling van het huwelijkse vermogen en de schulden) is destijds (als bijlage 8) bij het verzoekschrift/de schuldenlijst gevoegd.
25 november 2011 heeft afgesloten in verband met de verbouwing van zijn kapsalon. De toelatingsrechter was aldus op de hoogte van het bestaan en de achtergrond van deze schuld.
e-mailbericht van [schuldeiser] aan [verweerder 1] van 11 januari 2016 is af te leiden dat [verweerder 1] met een betaling van een (schikkings)bedrag van € 20.000,- de gehele schuld aan [schuldeiser] heeft afgelost. De toelatingsrechter was bekend met de schuld aan [schuldeiser] . In de toelichting op de schuld aan [verweerder 1] staat deze als ‘post’ vermeld met verwijzing naar de echtscheidingsbeschikking en in die beschikking staat dat [appellant] en [verweerder 1] samen een geldleningsovereenkomst hebben afgesloten bij [schuldeiser] (zie rov. 3.40 en 3.41). Uit de echtscheidings-beschikking blijkt voorts dat [appellant] door de rechtbank is veroordeeld een bedrag van
Schuld aan Directautoleasen B.V.3.9 Wat betreft de schuld aan Directautoleasen B.V. overweegt het hof dat voldoende aannemelijk is geworden dat ten tijde van de toelatingsprocedure van [appellant] geen schuld meer bestond aan Directautoleasen B.V. [appellant] is op 15 december 2015 met Directautoleasen B.V. overeengekomen dat hij de schuld van € 2.000,- afkoopt voor een bedrag van € 400,-. Blijkens de overgelegde kwitantie (bij de brief mr. Van der Laan van