Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Frelan B.V.en
IGVO B.V.,
[geïntimeerde sub 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“Nu zou de vraagprijs toch minimaal 35 mio moeten zijn”) gebaseerde aannemelijkheidsoordeel van het hof, hebben ingestemd met een onmiddellijke (niet tot 2004 of 2005 uitgestelde) verkoop van de aandelen voor ƒ 35.000.000 (zie voor meer over het dividend tot 19 oktober 2001 verderop). Ook in haar faxbericht van 19 september 2001 (productie 17 bij inleidende dagvaarding) schreef ( [medewerker] van) Igvo:
“Ik heb het gevoel dat het minimaal 35 mio zou moeten zijn.”Voor terugkomen van de bindende eindbeslissing sub e., zoals Frelan c.s. voorstaan, bestaat derhalve geen grond. Wel moet aan Wolsden c.s. worden toegegeven dat Igvo bij faxbrieven van 9 en 15 oktober 2001 en bij advocatenbrieven van 16 oktober 2001 en 1 november 2001 (zie, deels opnieuw, de producties 3 - 6 bij hun akte van 2 oktober 2017) lagere verkoopbedragen heeft genoemd (beginnend met: ƒ 31.500.000 voor Fa-med én ƒ 1.000.000 dividend voor Igvo én ƒ 1 voor Wolga Publishers B.V.). Maar gesteld noch gebleken is dat Wolsden bereid zou zijn geweest om tevens aan de eisen van dividend en aandelenoverdracht van Wolga Publishers B.V. (voor ƒ 1) te voldoen. En bovendien hebben Wolsden c.s. zich niet eerder op de van na 6 augustus 2001 daterende correspondentie beroepen (essentieel:) in het kader van de bestrijding van de omvang van de schade. Hun nieuwe verweer komt derhalve tevens in strijd met de zogenaamde twee conclusie regel. Daarom wordt ook niet van de bindende eindbeslissing sub c. teruggekomen.
3.De slotsom
€ 27.480(6 punten x appeltarief VIII)