Uitspraak
Volkswagen Bank,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- teruggave van de auto's met verrekening conform artikel 7A:1576t BW op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per auto voor elke dag dat [geïntimeerde] hieraan niet voldoet, met een maximum van € 20.000,- per auto;
- inzake contract
[nr.]: betaling van schadevergoeding ten bedrage van € 24.081,72, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 18% per jaar, althans de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening, onder aftrek van de taxatieprijs van de auto;
- inzake contract
[nr.]: betaling van schadevergoeding ten bedrage van € 14.060,89, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 18% per jaar, althans de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening, onder aftrek van de taxatieprijs van de auto;
- terugbetaling van een bedrag van € 800,-, zijnde het bedrag aan proceskosten waartoe Volkswagen Bank is veroordeeld, welk bedrag zij op 25 januari 2016 heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf die datum tot aan de dag van de algehele voldoening;
- betaling van de kosten van het geding in beide instanties, alsmede in de nakosten.
3.De vaststaande feiten
Op grond van deze overeenkomst is HSC 36 maandelijkse termijnen van € 325,43 verschuldigd met ingang van 1 oktober 2014 en een slottermijn van € 1,- op 1 september 2017.
"(…)Verrichte werkzaamhedenRapporteur werd op 9 februari 2015 benaderd door [X] , de echtgenoot van mevrouw [Y] , eigenaresse van Automative Sales B.V. [X] had gesproken met [geïntimeerde] die voor [Z] een aantal contracten had afgesloten die vervolgens na een week van zijn naam af zouden worden gehaald. Echter dit gebeurde niet en [geïntimeerde] heeft vervolgens nimmer de voertuigen gezien. (…)(…)"
"(…)Uit ontvangen informatie blijkt dat de heer [geïntimeerde] van H.S.C. Beheer BV op verzoek van de bekende oplichter [Z] uit [woonplaats] het contract heeft afgesloten. [geïntimeerde] krijgt nog € 40.000,-- van [Z] . [Z] zou het voertuig na ongeveer 1 week door verkopen met winst zodat hij [geïntimeerde] kon betalen. [geïntimeerde] heeft echter nimmer het voertuig gezien en heeft ook nimmer meer geld gezien van [Z] . Het is niet bekend waar het voertuig op dit moment is.(…)"
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
A. ten aanzien van gedaagde sub 1 te ontbinden, althans ontbonden te verklaren de hierbij
- Volkswagen Bank heeft onvoldoende duidelijk gemaakt op welke wijze HSC zou zijn overgedragen: overdracht van de activa of van de aandelen; indien enkel de aandelen zijn overgedragen heeft dat geen gevolgen voor de tussen HSC en Volkswagen Bank gesloten overeenkomsten en evenmin voor de verhaalbaarheid van haar aanspraken op HSC;
- [geïntimeerde] heeft de juistheid van het rapport Rimor gemotiveerd betwist;
- Volkswagen Bank heeft haar stelling dat [geïntimeerde] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld onvoldoende onderbouwd.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
- kort na het sluiten van de overeenkomsten heeft [geïntimeerde] HSC overgedragen aan een derde van wie Volkswagen Bank de kredietwaardigheid niet heeft kunnen onderzoeken;
- [geïntimeerde] heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de financiële gegoedheid van de koper van HSC;
- [geïntimeerde] heeft de overeenkomsten niet gesloten voor HSC, maar voor [Z] (hierna: [Z] ), die algemeen bekend staat als oplichter;
- de overeenkomsten zijn gesloten omdat [geïntimeerde] nog een bedrag van € 40.000,- van [Z] te vorderen zou hebben gehad; het was de bedoeling dat [Z] de auto's zou doorverkopen c.q. verduisteren en dat hij met de winst [geïntimeerde] zou aflossen;
- onder deze omstandigheden kan aan [geïntimeerde] , mede gelet op zijn wettelijke plicht tot een behoorlijk taakvervulling (artikel 2:9 BW), een dermate ernstig verwijt worden gemaakt, dat hij persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die Volkswagen Bank door zijn toedoen heeft geleden.
betoogt voorts dat hij de aandelen en bestuursfunctie van de hand heeft gedaan in het kader van een reorganisatie van HSC, maar dat dit losstaat van de leaseovereenkomsten.
Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het antwoord op de vraag of de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt als zojuist bedoeld kan worden gemaakt, is afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de overige omstandigheden van het geval (zie HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627, NJ 2015, 22, RCI Financial Services/K).
Kort na het sluiten van de overeenkomsten heeft [geïntimeerde] zijn aandelen en bestuursfunctie overgedragen en heeft hij geen invloed meer kunnen uitoefenen op HSC. Dit valt volgens Volkswagen Bank niet te rijmen met de stelling van [geïntimeerde] dat slechts sprake was van een reorganisatie van HSC. [geïntimeerde] heeft aldus bewerkstelligd dat HSC werd overgedragen aan een partij van wie Volkswagen Bank de kredietwaardigheid niet heeft kunnen onderzoeken. Bovendien heeft [geïntimeerde] ook niet het nodige onderzoek gedaan naar de gegoedheid van deze koper. HSC is in deze periode mogelijk leeg getrokken. Inmiddels is HSC failliet verklaard, aldus Volkswagen Bank. Zij betoogt dat [geïntimeerde] ook hierdoor niet heeft gehandeld zoals een goed bestuurder betaamt.
6.De beslissing
15 november, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;