Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 oktober 2016 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in een kliniek verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd door de rechtbank Den Haag op 11 april 2013, met voorwaarden en dadelijke uitvoerbaarheid. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling beoordeeld. De rechtbank had de officier van justitie op 19 april 2016 niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot verlenging, omdat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege pas na twee jaar na de onherroepelijke uitspraak van het hof op 2 februari 2016 aan de orde kon zijn. Het hof bevestigde deze beslissing, waarbij het de wetgeving en de bedoeling van de wetgever in acht nam. Het hof oordeelde dat de terbeschikkingstelling pas in februari 2018 opnieuw beoordeeld kan worden, en dat de rechtsbescherming van de terbeschikkinggestelde voorop staat. De beslissing van de rechtbank werd bevestigd, en het hof benadrukte dat het aan de wetgever is om eventuele wijzigingen in de wet aan te brengen.