In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] BV tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep van belanghebbende ongegrond verklaarde. De rechtbank had geoordeeld dat de naheffingsaanslag in de omzetbelasting correct was bekendgemaakt en dat het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk was wegens termijnoverschrijding. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van € 44.122 voor het tijdvak van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, met een vergrijpboete van € 4.412. Belanghebbende stelde dat de aanslag niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, omdat deze naar een verkeerd adres was verzonden. Het Hof heeft vastgesteld dat het aanslagbiljet op 29 juli 2013 was gedagtekend en dat de bezwaartermijn eindigde op 9 september 2013. Het bezwaarschrift van belanghebbende, gedateerd op 12 september 2013, werd pas op 13 september 2013 ontvangen, waardoor het niet tijdig was ingediend. Het Hof oordeelde dat de verzending van het aanslagbiljet naar het vestigingsadres van belanghebbende correct was en dat de termijn voor het indienen van bezwaar dus niet was overschreden door een fout van de Belastingdienst. Het Hof verklaarde het hoger beroep ongegrond en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.