ECLI:NL:GHARL:2016:1893
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en lotsverbondenheid in echtscheidingsprocedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie tussen een man en een vrouw die in 2006 zijn gehuwd en in 2012 zijn gescheiden. De vrouw verzocht om een verhoging van de partneralimentatie, die oorspronkelijk was vastgesteld op € 713,71 per maand, naar € 2.000,-. De rechtbank had in eerste aanleg de bijdrage van de man vastgesteld op € 758,- per maand. De man ging in hoger beroep en betwistte de lotsverbondenheid en de draagkracht om alimentatie te betalen. Het hof oordeelde dat de man voldoende had aangetoond dat er geen lotsverbondenheid meer was, mede door beschuldigingen van de vrouw aan zijn adres. Het hof concludeerde dat er een mondelinge overeenkomst was tussen partijen dat de man geen partneralimentatie zou betalen. De vrouw had onvoldoende bewijs geleverd voor haar stellingen over de behoefte aan alimentatie. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de vrouw af, waarbij het ook oordeelde dat de vrouw niet gehouden was tot terugbetaling van eerder ontvangen alimentatie. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten droeg.