ECLI:NL:HR:2009:BI6319
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging en verwijzing in een geschil over de uitleg van een mondelinge overeenkomst met betrekking tot melkquotum
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 september 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een geschil tussen [eiser] en VOOR GEZONDE KONKURRENTIE (V.G.K.) B.V. over de uitleg van een mondelinge overeenkomst met betrekking tot een melkquotum. [Eiser] had VGK gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden, waarbij hij een bedrag van ƒ 371.666,-- (€ 168.654,68) vorderde, alsmede buitengerechtelijke incassokosten, rente en kosten. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, en het gerechtshof te Leeuwarden heeft deze beslissing in hoger beroep bekrachtigd. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat bij de uitleg van een mondelinge overeenkomst niet alleen de taalkundige betekenis van de bewoordingen van belang is, maar ook de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan die bewoordingen mochten toekennen. De Hoge Raad constateerde dat het hof niet de juiste maatstaf had gehanteerd bij de beoordeling van de vordering van [eiser]. Het hof had onvoldoende rekening gehouden met de stellingen van [eiser] over de waarde van het melkquotum en de gevolgen van de schadevergoeding die door [betrokkene 4] aan VGK was betaald.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd VGK veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [eiser] waren begroot op € 5.432,03 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige uitleg van overeenkomsten en de rol van de redelijke verwachtingen van partijen in het contractenrecht.