5.8Verder verwijt [appellante] SKS, Buitentuin, [geïntimeerde 6] en [geïntimeerde 5] dat dezen rond het eindvonnis van 9 oktober 2013 en daarna:
- [appellante] aan het lijntje hebben gehouden met de boodschap er onderling uit te willen komen;
- op verschillende wijzen de verhaalsmogelijkheden van [appellante] doelbewust hebben beperkt (met een - overigens ongeldig gebleken - verpanding van alle roerende zaken, debiteuren en IE-rechten aan de bank, zodat een eventuele beslaglegging onder de bank als bondgenoot niet zou kleven);
- voor de belangen van [geïntimeerde 6] en onder negering van die van [appellante] een faillissementssituatie hebben georkestreerd, die in ieder geval voor de kerngezonde [geïntimeerde 2] B.V. niet nodig was (op 7 oktober 2013 negen vacatures; op 19 november 2013 een goed nieuws show; voor [geïntimeerde 2] B.V. over 2011 bij een omzet van € 7,8 miljoen een winst van ruim € 1,6 miljoen, over 2012 bij een omzet van € 6,45 miljoen, een bescheiden winst en een eigen vermogen van nagenoeg € 1,9 miljoen tegenover € 1,1 miljoen aan openstaande debiteuren; bij haar Amerikaanse tak [geïntimeerde 2] USA een vordering van $ 1 miljoen die naar Nederland zou vloeien en licentiefacturering pas achteraf; bewuste bewerking van zeer grote balansmutaties in 2012 met als enige doelstelling dat er een faillissementssituatie zou lijken te bestaan),
- als onderdeel van die orkestratie een constellatie hebben opgetuigd waarin de activiteiten van [geïntimeerde 2] tegen een te lage prijs en het kwijtschelding van schulden konden worden overgenomen en voortgezet door uiteindelijk [geïntimeerde 6] (de door [geïntimeerde 2] Holding B.V. in [geïntimeerde 2] Holdings USA gehouden aandelen werden verkocht voor de extreem lage prijs van € 110.000; daarbij werden haar financieringen aan [geïntimeerde 2] Holdings USA en [geïntimeerde 2] USA volledig kwijtgescholden);
- zich bewust zijn geweest van de benadeling van [appellante] als gevolg van hun handelingen, daartoe opzet hebben gehad en onafgebroken hun eigen belangen hebben laten prevaleren boven het belang van [appellante], waardoor deze achterblijft met een concurrente vordering in het faillissement.