Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
13 januari 2015
[Z](hierna: belanghebbende),
1.Ontstaan en loop van het geding
16 juni 2010 de navorderingsaanslag, de vergrijpboete en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
[E].
2.Feiten
– bouwjaar 1956, inhoud 450 m³, perceeloppervlakte 726 m² – verkocht voor € 317.500.
[H] voor € 75.000.
€ 8.250 vermeerderd met de correctie van € 178.373.
€ 90.000. Zoals hierboven is uiteengezet is het bedrag dat de gemeente vraagt in 2004 voor het verkrijgen van de blooteigendom te algemeen bepaald en voor deze concrete situatie te hoog vastgesteld. (…)
9 december 2011 (code 1-OPV-01) overgelegd ter zake van het opsporingsonderzoek van de Belastingdienst/FIOD naar notaris [P] wegens de verdenking van het doen van een onjuiste aangifte successierecht.
3.Geschil
4.Overwegingen
HR 12 juli 2013, nr. 11/04625, ECLI:NL:HR:2013:29; HR 23 mei 2014, nr. 12/01827, ECLI:NL:HR:2014:1182).
9 december 2003 is kort na deze datum binnengekomen bij de afdeling Registratie en Successie die namens de Inspecteur de werkzaamheden op het gebied van de overdrachtsbelasting verrichtte. Deze akte bevond zich niet in het dossier van belanghebbende op basis waarvan de Inspecteur de aan belanghebbende opgelegde primitieve aanslag IB/PVV 2004 heeft vastgesteld.
.
5.Kosten
6.Beslissing
mr. R. den Ouden en mr. M.G.J.M. van Kempen, in tegenwoordigheid van
mr. N.G.U. Bezemer als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
13 januari 2015.
binnen zes wekenna de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij