In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van Avis Autoverhuur B.V. voor een arbeidsongeval dat plaatsvond op 13 februari 2008. De appellant, die in dienst was bij Avis, heeft tijdens zijn werkzaamheden een val gemaakt, wat resulteerde in letsel aan zijn rechterpols. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van de appellant afgewezen, met de overweging dat Avis haar zorgplicht niet had geschonden en dat het ongeval als een 'huis-, tuin- en keukenongeval' kon worden gekwalificeerd. De appellant is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan, waarbij hij vier grieven heeft ingediend.
Het hof heeft in hoger beroep de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat de appellant inderdaad ten val is gekomen door een ongeval dat zich voordeed tijdens zijn werkzaamheden. Het hof heeft vastgesteld dat Avis niet voldoende maatregelen had genomen om de veiligheid van de werknemer te waarborgen. De werkgever had de verantwoordelijkheid om instructies te geven en de werkplek veilig in te richten, wat in deze zaak niet was gebeurd. Het hof heeft de grieven van de appellant gegrond verklaard en het vonnis van de kantonrechter vernietigd. Avis werd veroordeeld tot vergoeding van de schade die de appellant had geleden als gevolg van het arbeidsongeval, met de mogelijkheid om de schade nader op te maken bij staat.
De uitspraak benadrukt de zorgplicht van werkgevers en de noodzaak om een veilige werkomgeving te creëren voor werknemers. Het hof heeft ook de kosten van beide instanties aan Avis opgelegd, aangezien zij in het ongelijk was gesteld. De uitspraak is gedaan op 11 februari 2014.