ECLI:NL:HR:2007:BA7355
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Werkgeversaansprakelijkheid bij ongeval op bouwplaats en de zorgplicht van de werkgever
In deze zaak gaat het om de werkgeversaansprakelijkheid na een ongeval dat een werknemer, [eiser], overkwam tijdens zijn werkzaamheden als tegelzetter/stucadoor op een bouwplaats. Op 5 januari 1998 verliet [eiser] een woning via de voordeur, terwijl hij een kuip met specie droeg. Hij verstapte zich en verzwikte zijn enkel, wat leidde tot ernstige blessures en arbeidsongeschiktheid. [Eiser] vorderde schadevergoeding van zijn werkgever, [verweerster], op grond van artikel 7:658 BW, stellende dat de werkgever niet had voldaan aan zijn zorgplicht om een veilige werkomgeving te bieden.
De kantonrechter oordeelde in eerste instantie dat [verweerster] aansprakelijk was en kende [eiser] een schadevergoeding toe. Echter, het gerechtshof vernietigde dit vonnis en wees de vordering af, met de redenering dat het hoogteverschil bij de woning een normaal risico was op een bouwplaats en dat [eiser] als ervaren werknemer zelf ook verantwoordelijk was voor zijn voorzichtigheid.
In cassatie oordeelde de Hoge Raad dat het hof een onjuiste rechtsopvatting had over de zorgplicht van de werkgever. De Hoge Raad benadrukte dat de werkgever, ongeacht de ervaring van de werknemer, verantwoordelijk is voor het treffen van redelijke maatregelen om ongevallen te voorkomen, ook in het licht van specifieke veiligheidsvoorschriften uit het Arbeidsomstandighedenbesluit. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij [verweerster] werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.