Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
Inspecteurvan de
Belastingdienst/Noord, kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
belanghebbende
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
De gemachtigde [van belanghebbende] merkt in zijn brief […] van 27 juli 2006 […] op dat de in privé aangehouden grond in de BV kan worden ingebracht om de hoge debetstand te verminderen. Daarvoor heeft hij een taxatie laten instellen. Met een totaal getaxeerde waarde (inclusief woonhuis en ondergrond) van € 2.458.525. Tevens merkt hij op dat de inbreng tegen deze waarde niet tot heffing van inkomstenbelasting zal leiden. Verder in de brief merkt hij expliciet op of inderdaad “de vermogenswinst bij inbreng gewoon box 3 winst is”. De inspecteur vennootschapsbelasting […] laat vervolgens de onroerende zaak ook taxeren […].Nu de aspecten ten aanzien van de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting, mede gelet op een mogelijke winstuitdeling en een mogelijk hoge waarde van de 1.8 ha grond met recreatieve bestemming, samenvallen gaat de inspecteur vennootschapsbelasting in overleg met zijn collega inkomstenbelasting en neemt hij het initiatief voor beide middelen op deze onderdelen.[onderstreping Hof]. In zijn brief van 17 september 2008 […] komt hij dan ook hierop terug.