Op 4 maart 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2023. De verdachte, geboren in 1989 en verblijvende op een gesloten afdeling in het kader van een crisismaatregel, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken zou krijgen, met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de bijzondere voorwaarden en de proeftijd. De proeftijd is aangepast van twee jaar naar één jaar, omdat de verdachte op dat moment voldoende zorg ontving. Het hof heeft de beslissing om bijzondere voorwaarden op te leggen niet overgenomen, gezien de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de strafoplegging in het dictum opgenomen en bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffiers op de openbare terechtzitting.