Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
3.Feiten
‘Innovo and Maysta have been cooperating for more than five years, based on mutual trust and support, we have made achievements, and we are very grateful for the friendly cooperation in these years. After the last phone call (…), we drafted a simple agreement to regulate the partnership and avoid future troubles. Considering that Maysta will have a comprehensive consideration in the future, we have not differentiated geographically, but have listed our developed clients separately. Please take a look at it and let me know if you have any questions. I have placed the start date of the agreement on October 1.’
‘Company[Maysta, hof]
hereby appoints Distributer[Innovo, hof]
as sole distributor of its Products to the Customers listed in Annex I (…).’Als bijlage bij de conceptovereenkomst wordt een lijst toegezonden met namen van 7 bedrijven waarmee Innovo reeds zaken doet, onder wie [naam 2] en [naam 3] . Daarnaast geeft Innovo een opsomming van bedrijven die zij heeft benaderd en waarvoor zij voorrang verlangt om aan te verkopen.
‘(…) Prior to establishing a distributor agreement, it would be beneficial to meet with [naam 1] and discuss the strategic cooperation between the two companies. (…)’
‘We would be happy to meet/ talk to [naam 1] , however, in our view, we believe that it would be clearer to have the agreement in position before the meeting.
‘It was nice to discuss with you about the marketing channels and please find attached the spreadsheet which summarizes the main points we discussed’.Bij de e-mail heeft Innovo een excel overzicht gevoegd. Er worden diverse klanten opgesomd. In de drie kolommen die volgen heeft Innovo per klant een kruisje gezet bij Innovo, Maysta of TBD [to be discussed, toevoeging hof]. Daarna volgt een kolom met ‘Comments’ van Innovo. De meeste klanten die waren opgesomd in de bijlage bij de conceptovereenkomst, waaronder [naam 2] en [naam 3] (NL, D en UK), staan in de kolom van Innovo. Maysta UK heeft in reactie enkele opmerkingen gemaakt in een aanvullende kolom ‘Comments Maysta’.
‘It has been confirmed by Maysta that Innovo is
‘The attached distributor agreement is actually the same as the previous one sent in 2018, except that (…) the customer attachment has been modified at the end. It provides a more specific description of the customer [naam 2] and the work of our new product promotion team to better regulate our behavior. In Europe, it is common to separate product promotion and sales, and our proposal is based on this idea, in order to take advantage of the strengths and advantages of both parties. The terms of the distributor agreement itself are very broad and general, not complex. The customer section only lists eight customers, including those we are currently working with, and a few of our core customers. If you and [naam 4] would like us to take care of more customers in the future, we can always add to this list. (…)’De klanten die Innovo in de bijlage bij deze overeenkomst heeft genoemd stonden vrijwel
‘sole distributor’gewijzigd in
‘preferred distributor’en een aantal verplichtingen toegevoegd aan de verplichtingen van de distributeur. Daarop heeft Innovo vervolgens geantwoord:
‘After internal discussions, we found that the modified version from you are not acceptable for us. It's against the intention of this agreement and forces Innovo to waive the entitled right.(…)’
Innovo will inform your company of our decision as soon as possible.
4.De procedure bij de rechtbank
5.De procedure in hoger beroep
grief 1) met exclusiviteit (
grief 4) dan wel een duurovereenkomst (
grief 3) is overeengekomen, dan wel dat Innovo er gelet op de gedragingen en verklaringen van Maysta op had mogen vertrouwen dat een distributieovereenkomst met exclusiviteit tot stand was gekomen (
grief 2). Ook heeft Innovo betoogd dat Maysta de handelsrelatie eenzijdig heeft beëindigd (
grief 5) en dat sprake is van oneerlijke concurrentie (
grief 6). Verder heeft Innovo betoogd dat de facturen van Maysta (nog) niet opeisbaar waren (
grief 7). Tot slot heeft Innovo aangevoerd dat zij geen buitengerechtelijke kosten (
grief 8) en geen proceskosten (
grief 9) aan Maysta verschuldigd is.
6.De beoordeling
‘I will go through the agreement and revise it’). De overeenkomst moest ook nader ingevuld worden. Zo moest onder meer de minimale afnameverplichting van Innovo bij Maysta bepaald worden en ook bij de
‘scope’moest nog nader ingevuld worden voor welke klanten:
‘the right to distribute, market and sell on an exclusive basis the Product’zou bestaan. Innovo heeft de conceptovereenkomst vervolgens echter niet retour gezonden. Tot een nadere invulling en latere ondertekening van een definitieve distributieovereenkomst is het niet gekomen. De stelling van Innovo dat desondanks overeenstemming tussen partijen over de distributieovereenkomst bestond, volgt het hof niet
.Innovo heeft onvoldoende omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat die overeenstemming er was. Het had op de weg van Innovo gelegen om nader toe te lichten hoe uit de overgelegde e-mailcorrespondentie of anderszins kan worden afgeleid dat overeenstemming over de overeenkomst bestond en wat partijen op het gebied van de exclusiviteit concreet zouden zijn overeengekomen. Innovo heeft in het licht van het voorgaande en naar aanleiding van het gemotiveerde verweer van Maysta onvoldoende toegelicht dat tussen partijen in 2013 een distributieovereenkomst met exclusiviteit tot stand is gekomen.
‘(…) We drafted a simple agreement to regulate the partnership (…) we have not differentiated geographically, but have listed our developed clients separately (…)’.In de conceptovereenkomst staat hierover opgenomen:
‘Company hereby appoints Distributer as sole distributor of its Products to the Costumers listed in Annex I (…).’Als bijlage bij de overeenkomst wordt een lijst toegezonden met namen van 7 bedrijven waarmee Innovo reeds zaken doet, onder wie [naam 2] en [naam 3] . Daarnaast heeft Innovo een lijst van 14 bedrijven die zij heeft benaderd aangehecht en waarvoor zij voorrang verlangt om aan te verkopen. Tot overeenstemming komt het, zoals blijkt uit de e-mailcorrespondentie van 25 september 2018 tussen partijen, echter niet. Maysta heeft ook deze overeenkomst niet ondertekend. Maysta heeft in haar e-mail aan Innovo vermeld: ‘
Prior to establishing a distributor agreement’.Uit die bewoordingen van die e-mail volgt ook verder dat Maysta vond dat er op dat moment nog geen distributieovereenkomst bestond.
‘key accounts’met daarachter een kruisje onder Innovo, Maysta respectievelijk TBD (to be discussed). Hieruit volgt echter niet dat partijen op dat moment specifiek zijn overeengekomen dat Innovo ‘haar’ klanten exclusief mocht bedienen. Een bevestiging van de gemaakte exclusiviteitsafspraken blijkt hier niet uit. Innovo maakt haar stelling verder niet concreet, zodat het hof, gelet op de gemotiveerde betwisting van Maysta, hier niet vanuit kan gaan.
‘sole distributor’gewijzigd in
‘preferred distributor’. Met die wijzigingen ging Innovo echter niet akkoord, zodat ook toen geen distributieovereenkomst tot stand is gekomen.
schriftelijkheeft aanvaard of bevestigd, hetgeen nooit is gebeurd. Het voorgaande brengt mee dat de grieven 1, 2 en 4 falen.
so we will freeze part of the orders payable’.Indien en voor zover Maysta na 7 juni 2022 in de nakoming van de overeenkomst tekort zou zijn geschoten, is deze tekortkoming niet langer relevant gelet op de onterechte opschorting van Innovo van haar verbintenis tot betaling van de openstaande factuurbedragen in verband met de vermeende exclusiviteit. Als gevolg van de ongegronde opschorting is Innovo terstond en zonder ingebrekestelling in verzuim komen te verkeren (artikel 3:37 lid 1 jo artikel 6:83 onder c BW). Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet kan worden volgehouden dat Maysta de overeenkomst met Innovo heeft opgezegd en/of met haar handelen onrechtmatig jegens Innovo heeft gehandeld. Grief 5 van Innovo gaat dus niet op.
Geen oneerlijke concurrentie6.17. Het hof overweegt voorts dat geen sprake is van oneerlijke concurrentie aan de zijde van Maysta. Het klopt dat Innovo Maysta op de hoogte hield van ontwikkelingen bij haar klanten, maar zoals hiervoor overwogen, gebeurde het verstrekken van deze informatie op initiatief van Innovo in het kader van de tussen partijen bestaande bestendige handelsrelatie. Innovo heeft uit eigen beweging aan Maysta haar klanten gemeld. Innovo heeft onvoldoende gesteld en toegelicht hoe Maysta misbruik van die informatie heeft gemaakt. Innovo heeft ook onvoldoende toegelicht dat de informatie die zij heeft gedeeld met Innovo vertrouwelijk was. Verder heeft Innovo betoogd dat Maysta al haar klanten zou hebben aangeschreven, maar ook deze stelling heeft zij niet genoegzaam onderbouwd, zodat daarvan niet kan worden uitgegaan. [naam 2] en [naam 3] hebben zich bovendien uit eigen beweging bij Maysta gemeld en ten aanzien van andere klanten heeft Maysta Innovo op 7 juni 2022 aangeboden dat Innovo de producten aan die klanten juist zou blijven leveren. Dat Innovo niet de kans zou hebben gehad om haar bedrijfsstrategie aan te passen, volgt het hof ook niet. Sinds 2018 is Innovo bekend dat Maysta ook rechtstreeks aan de Europese markt haar producten wilde leveren. Dat Innovo de door haar vanaf januari 2022 ingekochte voorraad kennelijk niet meer (althans niet op goede condities) kwijt kon, blijft voor haar eigen rekening en risico. Van oneerlijke concurrentie is niet gebleken, zodat grief 6 van Innovo eveneens faalt.