Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
6.2. Inkomsten van [bedrijf 7] en inkomsten van [naam 5]
'Ik heb voor klanten van [bedrijf 2] gewerkt in opdracht van [naam 1] . Ik ging niet op bezoek bij klanten van hem. Ik maakte de opzet voor de administraties en adviezen hoe hij de boekhouding van klanten kon inrichten. Ik werkte bij [naam 1] op zijn kantoor aan de [straat] op zijn PC, samen met [naam 1] . Daarom vind je niks op mijn laptop. Dat is ook logisch. Het zijn zijn klanten. Ik rapporteerde aan [naam 1] . Niet aan zijn klanten. Ik wil de namen van de klanten niet geven. Ik had een geheimhouding afgesproken. Alles ging mondeling'.
'Ik werkte samen met [naam 1] . Ik hoefde niet te rapporteren, we werkten samen. Ik appte niet. Ik ging naar hem toe. Nogmaals: [naam 1] en ik werkte samen op hetzelfde adres. We hoefden toch niet schriftelijk te rapporteren'.
'Je gaat mijn werkzaamheden op zijn PC vinden. Niet op de mijne'
‘Hij [ [naam 6] ] heeft voor mij gewerkt en niet voor mijn opdrachtgevers. [naam 6] maakte de opzet en inrichting van mijn administratie. Niet van mijn opdrachtgevers. Dit is niet het enige wat [naam 6] heeft gedaan’.
'sloppy'is. Dit is opmerkelijk als [naam 1] [naam 6] hiervoor heeft ingehuurd en hem in totaal EUR 243.210 heeft betaald.
- [naam 1] heeft verklaard dat [naam 9] een (kortstondige) zakenpartner is waarmee hij op 50/50 basis plannen had om in [land 1] te gaan minen (delven naar mineralen).
- In de administratie is geen overeenkomst tussen [naam 1] /belastingplichtige en [naam 9] opgenomen waarop deze betaling is gebaseerd of waaruit kan worden opgemaakt dat [naam 1] daadwerkelijk met een zakenpartner in [land 1] zou gaan minen.
- Door [naam 1] zijn geen andere bescheiden aan de Belastingdienst verstrekt die de betaling zou kunnen rechtvaardigen.
- Uit het niet verstrekken concluderen wij dat er geen overeenkomst of andere bescheiden zijn.
- [naam 1] is registeraccount. Van een registeraccountant zou je juist verwachten dat het belang van dit soort getekende overeenkomsten onderkent wordt. Dit soort overeenkomsten is essentieel voor de gevoerde administratie.
- Bovendien zou bij dergelijke investeringen mogen worden verwacht dat de uitgaven bij aanvang van de activiteiten worden geactiveerd.
joint venturemineralen te gaan delven in [land 1] .
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling
- belanghebbende omvangrijke bedragen heeft overgemaakt aan [bedrijf 7] en [bedrijf 8] , zonder dat aan die betalingen facturen met duidelijke omschrijvingen, urenverantwoordingen en schriftelijke overeenkomsten ten grondslag liggen (rov. 30 en 35 van de uitspraak van de rechtbank);
- over de werkzaamheden tegenstrijdig is verklaard door (i) [naam 1] , (ii) de broers [naam 5] , die de werkzaamheden volgens [naam 1] feitelijk zouden hebben verricht, (iii) hun vader ( [naam 2] ) en (iv) de vrouw van [naam 1] , [naam 10] , waarbij de laatste twee in wezen hebben verklaard dat in het geheel geen werkzaamheden zijn verricht (zie 2.19 en 2.37; rov. 30 van de uitspraak van de rechtbank);
- een verklaring over een mondelinge mantelovereenkomsten met [bedrijf 7] en [bedrijf 8] geen steun vindt in het dossier (rov. 31 van de uitspraak van de rechtbank);
- door de onregelmatige facturering, de factuuromschrijvingen, het in rekening brengen van extra werk en het feit dat zowel aan belanghebbende als aan [bedrijf 3] is gefactureerd, de door belanghebbende gestelde lumpsumbeloning van [bedrijf 7] en [bedrijf 8] ongeloofwaardig is (rov. 32 van de uitspraak van de rechtbank);
- de verklaring dat belanghebbende aan [bedrijf 7] heeft betaald in verband met investeringen in de ontwikkeling van software, geen steun vindt in de stukken, terwijl [naam 5] ook al geen ICT-kennis heeft (rov. 33 van de uitspraak van de rechtbank);
- de in beroep overgelegde e-mailberichten en andere stukken geen steun bieden voor de verklaring van belanghebbende ( [naam 1] ) dat [bedrijf 8] ( [naam 6] ) ondersteuning heeft verleend bij diverse opdrachten van belanghebbende (rov. 34 van de uitspraak van de rechtbank).
5.Kosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van de beslissingen over de vermindering van de boeten, over de vergoeding van immateriële schade en de vergoeding van proceskosten (inclusief over de wettelijke rente in dat verband);
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover zij betrekking hebben op de boeten en op de aan belanghebbende te vergoeden kosten in verband met de behandeling van de bezwaren;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het griffierecht van € 559 dat belanghebbende heeft betaald voor de behandeling van het hoger beroep, alsmede het griffierecht van € 360 dat belanghebbende heeft betaald voor de behandeling van het beroep, en beslist dat, indien die vergoeding niet tijdig wordt uitbetaald, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan, en
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende (i) van het geding voor het Hof tot een bedrag van € 1.360,50, (ii) van het geding voor de rechtbank van € 1.032, en (iii) in verband met de behandeling van de bezwaren van € 3.882 (tweemaal € 1.941), en beslist dat, indien die vergoedingen niet tijdig word uitbetaald, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan, met dien verstande dat de wettelijke rente is gaan lopen vier weken na de respectieve uitspraken op bezwaar voor het deel van de kosten in verband met de behandeling van de bezwaren dat in die uitspraken op bezwaar reeds was toegekend (tweemaal € 379,50) indien de inspecteur niet tijdig tot uitbetaling daarvan is overgegaan.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.