Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
(…)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de effectenleaseovereenkomsten die de afnemer heeft afgesloten met Dexia. De echtgenote van de afnemer heeft deze overeenkomsten vernietigd op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het Gerechtshof Amsterdam behandelt in hoger beroep de vraag of Leaseproces bevoegd was om namens de echtgenote de verjaring van de vordering uit onverschuldigde betaling te stuiten. De afnemer had geen schriftelijke toestemming van zijn echtgenote voor het aangaan van de leaseovereenkomsten. De echtgenote heeft op 18 april 2005 de leaseovereenkomsten vernietigd. Dexia heeft in hoger beroep betoogd dat de verjaring van de rechtsvordering van de echtgenote is ingetreden, maar het hof oordeelt dat de verjaring tijdig is gestuit door brieven van Leaseproces. Het hof bevestigt dat de leaseovereenkomsten zijn vernietigd en dat Dexia verplicht is tot terugbetaling van de ontvangen bedragen. Het vonnis van de kantonrechter wordt bekrachtigd en Dexia wordt veroordeeld in de proceskosten.