ECLI:NL:GHAMS:2025:176
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met aanvulling op strafoplegging in hoger beroep na nietigverklaring van feit
Op 28 januari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2023, onder parketnummer 13-730019-18. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1976, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de dagvaarding voor het ten laste gelegde feit 1 nietig heeft verklaard. De verdachte heeft op 26 januari 2024 het hoger beroep ingetrokken voor zover dit betrekking had op feit 1, waardoor het hoger beroep enkel betrekking heeft op feit 2.
Tijdens de zitting op 14 januari 2025 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd dat de verdachte dezelfde straf opgelegd krijgt als in eerste aanleg. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met de aanvulling dat de gronden voor de strafoplegging zijn aangevuld. Het hof heeft ook vastgesteld dat de redelijke termijn in hoger beroep met vijf dagen is overschreden, maar heeft besloten om geen andere beslissing te nemen dan de rechtbank, gezien de beperkte overschrijding.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. De voorzitter was niet in de gelegenheid om het arrest mede te ondertekenen.