4.2.De vrouw verzoekt
in principaal hoger beroep, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre:
I
- te bepalen ten aanzien van de zorgregeling (kort samengevat) dat de kinderen in de oneven week bij de vrouw zijn en in de even week bij de man. Het wisselmoment is op woensdagmiddag uit school/ na sporten, waarbij de ouder bij wie de kinderen het laatst verbleven hen naar de andere ouder brengt en/of de kinderen zelfstandig heen en weer kunnen;
- te bepalen (al dan niet) in de meivakantie ten aanzien van 4 mei dodenherdenking en 5 mei bevrijdingsdag. Om en om. In 2023 bij de moeder. In 2024 bij de vader. Et cetera. Het wisselmoment avond van tevoren uiterlijk om 20:00 uur en de dag erna weer terug uit school / uiterlijk 20:00 uur 's avonds. (Indien de man geen gebruik wil maken van 4-5 mei ziet de vrouw deze dagen graag gewisseld met Hemelvaartsdag/dag erna. Vast dan dus 4 mei/5 mei bij de vrouw. Hemelvaartsdag/dag erna jaarlijks omgewisseld);
- Sinterklaas: te vieren om en nabij het 5 december weekend/de dag zelf. Jaarlijks te wisselen in overleg. De vader heeft de keuze voor 2022. Het wisselmoment avond van tevoren uiterlijk om 20:00 uur en de dag erna weer terug uit school / uiterlijk 20:00 uur ’s avonds;
- verjaardagen/vieringen, neven/nichtjes/ooms en tantes, in overleg en/of in de week bij wie [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn. Het wisselmoment avond van tevoren uiterlijk om 20:00 uur en de dag erna weer terug uit school/uiterlijk 20:00 uur 's avonds.
II
te bepalen primair dat het voortgezet gebruik van de woning aan de vrouw wordt toegewezen, subsidiair dat de woning met de man wordt gedeeld en meer subsidiair (indien het voortgezet gebruik van de woning aan de man wordt toegewezen) de man te veroordelen tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 505,20 per maand aan de vrouw met ingang van het moment dat de man bij uitsluiting gerechtigd zou zijn tot het voortgezet gebruik van de echtelijke woning, althans een door het hof in goede justitie te bepalen datum;
III
De vrouw verzoekt daarnaast de wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap als volgt te gelasten en verzoekt daartoe:
a. a) voor recht te verklaren dat de door de man ontvangen ontslagvergoeding niet verknocht is, althans voor recht te verklaren dat van de door de man ontvangen ontslagvergoeding een nihil bedrag aan de man is verknocht, althans voor recht te verklaren dat de man uit hoofde van de ontslagvergoeding geen vergoedingsrecht heeft op de gemeenschap en/of de vrouw;
b) de cryptomunten aan de vrouw toe te delen tegen een waarde van € 97,43, zodat de vrouw aan de man € 48,72 moet vergoeden;
c) te bepalen dat de man voor de schuld aan de ouders van de vrouw van € 11.040,- aansprakelijk en/of draagplichtig is en dat de man uit dien hoofde gehouden is een bedrag van € 11.040,- aan de vrouw te voldoen, althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag;
d) voor recht te verklaren dat de man voor de huurkosten van de tweede woning vanaf 1 december 2021 draagplichtig is en de man uit dien hoofde gehouden is de totale gemaakte kosten van thans € 3.203,68 en de nog te maken kosten aan de vrouw te voldoen totdat de echtelijke woning goederenrechtelijk is geleverd aan de man of een derde;
e) te gelasten dat partijen om en om een goed te kiezen betreffende de inboedelgoederen waar nog geen overeenstemming over is bereikt, waarbij de vrouw als eerste haar keuze mag maken, dan de man en zo om en om;
f) vast te stellen dat de vrouw een nominaal vergoedingsrecht heeft op de huwelijks-gemeenschap van € 20.665,- uit hoofde van de door haar ontvangen ontslagvergoeding;
g) de Vital investering van € 100.000,- bij helfte te verdelen, zodat de man gehouden is de vrouw een bedrag van € 50.000,- te voldoen met ingang van de datum van de beschikking;
h) te bepalen dat de (voorlopige en definitieve) aanslagen en (voorlopige en definitieve) teruggaven inkomstenbelasting 2017, 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 bij helfte dienen te worden gedeeld;
i. i) de gemeenschappelijke bankrekening met rekeningnummer [rekeningnummer] aan de vrouw toe te delen, onder verdeling van het saldo bij helfte per datum dat de financiële eindverrekening plaatsvindt.