Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
Tenlastelegging
- een Shell- of Mortierbom, althans zwaar vuurwerk, althans een explosief, tegen de gevel van het pand aan de [adres 2] tot ontploffing gebracht en/of
- een (dreig)brief met de tekst “Dit is een waarschuwing voor [benadeelde] ”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking in de brievenbus van het pand aan de [adres 2] gedeponeerd;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2020 tot en met 13
hij op 13 december 2020 te Alkmaar opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van
hij op of omstreeks 13 december 2020 te Alkmaar, opzettelijk, als een ander dan een persoon
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
vgl. HR 1 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8654). De verdachte heeft weliswaar bekend gedurende een lange periode te hebben gedeald in softdrugs, maar op basis van het dossier kan het hof onvoldoende vaststellen dat sprake is geweest van geregelde en stelselmatige handel. De verdachte wordt daarom partieel vrijgesproken van het strafverzwarende element ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’. Het hof heeft evenmin vastgesteld dat sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte met een ander of anderen, zodat de verdachte ook partieel wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen.
Bewezenverklaring
hij op 13 oktober 2020 te Heerhugowaard, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk ontploffingen teweeg heeft gebracht, door opzettelijk nabij een pand aan de [adres 2] , een shell- of mortierbom, althans zwaar professioneel vuurwerk, aan te steken en in de richting van dat pand te gooien, ten gevolge waarvan ontploffingen zijn teweeg gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 13 december 2020 te Alkmaar en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk heeft verkocht, een hoeveelheid hennep en/of een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep, waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish);
hij op 13 december 2020 te Alkmaar opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid hennep en een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep, waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish), zijnde een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en hashish;
hij op 13 december 2020 te Alkmaar, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten 860 stuks knalvuurwerk (naam: Tp2 en/of producent: TROPIC Jurzy Jurek) voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen en maatregel
vgl. ECLI:NL:HR:2019:793) blijkt dat van de aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ in ieder geval sprake is indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in art. 6:106, aanhef en onder b, BW is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 3 en 11 van de Opiumwet;
- 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 47, 57, 63 en 157 van het Wetboek van Strafrecht;
- 9.2.2.1 Wet Milieubeheer;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- 4. 1 STK Notitieblok (Omschrijving: 1222791)
- 12. 1 STK Handgeschreven papier (Omschrijving: 1198527).
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 3. 21 FLS Flesjes met vloeistof (Omschrijving: 1218100);
- 5. 1 STK. Poeder (Omschrijving: 1218121);
- 8. 1 STK Mes in groen foedraal (Omschrijving: 1217818);
- 10. 1 STK Vuurwerk (Omschrijving: 1217758 (zie 1196339);
- 15. 2 FLS Flessen vloeistof (Omschrijving: 1218099).
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 4.725,97 (vierduizend zevenhonderdvijfentwintig euro en zevenennegentig cent) ter zake van materiële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s)
hoofdelijkvoor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.