Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot op een bedrag van € 652.606;
- vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de Minister van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van de door eiseres geleden immateriële schade tot een bedrag van € 625;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 334 aan eiseres te vergoeden.”
2.Feiten
op € 11.408.301. In het rapport staat dat het uitsluitend zal worden gebruikt voor een onderlinge overdracht van aandelen binnen de familie van de aandeelhouders en dat het uitsluitend voor dat doel is bestemd. Er is volgens het rapport voor het bepalen van de waarde van de onroerende zaken per medio december 2010 gebruik gemaakt van de door [M] opgestelde overzichtslijst onderhandse verkoopwaarde in verhuurde staat en mondeling verstrekte aanvullende toelichtingen. Verder heeft de accountant de onroerende zaak in de deelneming [B] B.V. voor de boekwaarde ultimo 2009 opgenomen, omdat deze door [M] niet getaxeerd was en merkt de accountant op dat een pand voor een relatief lage waarde was getaxeerd omdat dit pand, sinds het was aangekocht, voor een lage huurprijs aan een van de zonen werd verhuurd.
€ 11.408.000, is op 30 december 2010 98,33% van die aandelen aan [C] Beheer B.V. overgedragen voor een koopsom van € 11.210.000. Van de aandelenoverdracht is geen aangifte overdrachtsbelasting gedaan, omdat – uitgaande van de onder 2.8 en 2.9 vermelde waarden –niet voldaan werd aan de zogenoemde bezitseis voor de overdrachtsbelasting en de aandelen in de vennootschap daarom niet als fictieve onroerende zaak kwalificeerden.
(6% overdrachtsbelasting van € 12.242.576).
3.Geschil in het principaal en het incidenteel hoger beroep
- [Y] B.V. heeft via [F] Beheer B.V. de vennootschap [D] B.V. verkregen. Dit correspondeert met een waarde van de onroerende zaken van € 13.788.815 (98,33% van € 14.023.000). De naheffingsaanslag is opgelegd voor een verkregen waarde van € 12.242.576 is daarom niet te hoog vastgesteld.
- [X] B.V. (belanghebbende) heeft via [G] Beheer B.V. de vennootschap [E] B.V. (met deelneming) verkregen. Dit correspondeert met een waarde van de onroerende zaken van € 10.696.337 verkregen (98,33% van € 10.878.000). De naheffingsaanslag is opgelegd voor een verkregen waarde van € 12.242.576 is daarom te hoog vastgesteld en dient verminderd te worden naar € 641.780 (6% van € 10.696.337). Dat is ook lager dan de rechtbank heeft vastgesteld (€ 652.606). In zoverre is het door [X] B.V. (belanghebbende) ingestelde hoger beroep in elk geval gegrond.
4.Het oordeel van de rechtbank
(…)
32. De conclusie luidt dat de panden op 30 december 2010 een waarde in het economische verkeer hebben van € 22.123.000.”
5.Beoordeling van het geschil in het principale hoger beroep
Hoge Raad volgt dat de inspecteur in een geval als het onderhavige de keuze heeft om de aanslag aan ofwel de verdwenen, dan wel de opvolgende rechtspersoon op te leggen. De rechtsverhouding van de verdwenen vennootschap is civielrechtelijk naar evenredigheid van de door de nieuwe rechtspersonen verkregen vermogensbestanddelen overgegaan.
2. Is echter een rechtsverhouding verbonden met verschillende vermogensbestanddelen die op onderscheiden verkrijgende rechtspersonen overgaan, dan mag zij worden gesplitst in dier voege dat zij overgaat op alle betrokken verkrijgende rechtspersonen naar evenredigheid van het verband dat de rechtsverhouding heeft met de vermogensbestanddelen die elke rechtspersoon verkrijgt.”
Ingevolge het voorgestelde artikel 334t van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn voorts de verkrijgende rechtspersonen en, zo deze blijft bestaan, de gesplitste rechtspersoon elk voor het geheel aansprakelijk tot nakoming van de belastingschulden van de gesplitste rechtspersoon ten tijde van de splitsing.
(…)
In geval van een fusie gaat het hele vermogen van de verdwijnende rechtspersoon over op de
In hetgeen het Hof heeft overwogen met betrekking tot de tenaamstelling van de aanslag ligt besloten het oordeel dat belanghebbende uit het aanslagbiljet voldoende duidelijk heeft kunnen opmaken ter zake waarvan de aanslag werd opgelegd.”
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente in stand gebleven zijn;
- vernietigt de naheffingsaanslag;
- vernietigt de beschikking heffingsrente;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep tot een bedrag van € 1.968,75, en
- draagt de inspecteur op het griffierecht in hoger beroep van € 541 aan belanghebbende te vergoeden.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.