Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
“de plaats, waar iemand werkelijk woont met zijn gezin, waar hij den zetel zijner fortuin heeft, zijne zaken behartigt, zijne goederen en eigendommen beheert, zoodat men er niet van daan gaat dan met een bepaald doel en voor een bepaalden tijd en tevens met het plan om als dat doel bereikt is terug te keeren”(HR 19 januari 1880, W. 4475)”. Ondanks de sindsdien sterk toegenomen mobiliteit heeft deze invulling nog steeds zeggingskracht.
“which are rights of central importance to the individual’s identity, self-determination, physical and moral integrity, maintenance of relationships with others and a settled and secure place in the community”(onderdeel 148 onder β in de zaak [naam 4] / Frankrijk);
family lifemet zijn grootmoeder. Naar het oordeel van het hof gaat dat beroep niet op. Blijkens het voorgaande is niet vast komen staan dat sprake was van
family lifemet zijn grootmoeder. Hij was overdag niet bij zijn grootmoeder (hij ging vroeg aan het werk en kwam pas laat in middag terug) en had een eigen huurwoning met zijn vrouw en kinderen aan het [straat 3] . [appellant] voerde ook geen gemeenschappelijke huishouding met zijn grootmoeder.
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld).