Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding na verwijzing door de Hoge Raad
3.Feiten
“Patiënt meldde zich op de spoedeisende hulp op 30 september 2017 nadat hij bij een ongeval betrokken was. Hij was van een hoogte gevallen en op de rechter elleboog terechtgekomen. Er werd een gecompliceerde communitieve monteggia fractuur aan de rechterzijde gezien, waarvoor dezelfde avond een operatie plaatsvond. Er werd een bijna anatomische repositie bereikt met een plaatfixatie welke aanvankelijk middels een spalk werd behandeld.
Beschrijving van het onderzoek:
Lichamelijk onderzoek
Uitspraak omtrent mate van medisch handicap
4.Beoordeling
De radioloog bericht in februari 2020 dat de fractuurdelen operatief zijn gezet en gefixeerd, maar niet aaneengegroeid zijn. Hij vraagt zich af of er aanwijzingen zijn voor artrose.
De orthopeed-traumatoloog komt in maart 2020 op basis van röntgenfoto’s tot dezelfde conclusies als de radioloog. Verder maakt de orthopeed-traumatoloog melding van pijnklachten bij [appellant] en stelt hij een bewegingsbeperking vast van circa 30%.
Tot slot heeft de medisch adviseur op basis van de beschikbare medische gegevens in december 2020 geconcludeerd dat het te verwachten is dat [appellant] blijvende beperkingen zal ondervinden door het letsel dat als gevolg van het ongeval is ontstaan en dat de prognose slecht is.